‘ANWB Verkeersinformatie’ hoort in het STER-blok. (Deel 2)

(Onderaan: Update 10 november 2018.)

(Vervolg van Deel 1.)

De publieke zender Radio 1 ondersteunt de ANWB publicitair in ruil voor het gratis ‘verzorgen’ van de verkeersinformatie.

Het vermelden van bedrijfs-, handels- en merknaam van ANWB B.V, is geen bronvermelding, want de gegevens over de actuele verkeerssituatie komen van het Traffic Information Centre (TIC). De ANWB koopt die informatie op commerciële basis in en ‘verzorgt’ deze vervolgens vele malen per dag voor de publieke omroep. Dankzij deze deal met de NOS mag de ANWB haar bedrijfs-, merk- en handelsnaam in prime time een paar keer per uur buiten de STER-tijd vermelden.

De NOS betaalt ANWB B.V. dus met publieke zendtijd, voor het vullen waarvan het zelf betaald wordt door de overheid.

De verkeersinformatie is voor de ANWB een reclamevehikel van onschatbare waarde. De publiciteit die deze sluikreclame oplevert, straalt uit naar de vele commerciële activiteiten van dit monsterbedrijf. Voor alle files van meer dan drie kilometer en voor iedere sein- of wisselstoring van de NS worden de interessantste programma’s van de publieke zender Radio1 onderbroken: ‘Hier is de ANWB met verkeersinformatie’.

Doorgaan met het lezen van “‘ANWB Verkeersinformatie’ hoort in het STER-blok. (Deel 2)”

‘ANWB Verkeersinformatie’ hoort in een STER-blok. (Deel 1)

(In Deel 2. een Update van 10 november 2018 n.a.v. een twitterdiscussie met NOS Radio1 presentator Jurgen van den Berg (@JurgenvandeNOS).

Het doel van reclame is het op een vertrouwenwekkende manier vergroten en vasthouden van naamsbekendheid bij een groot publiek. Publieke zenders zijn daarvoor bij uitstek geschikt. Om concurrentievervalsing te voorkomen, is er een Mediawet die misbruik van de publieke omroep voor particuliere commerciële belangen moet voorkomen. Het Commissariaat voor de Media moet erop toezien dat die wet naar letter en geest wordt nageleefd.

De ANWB verzorgt de verkeersinformatie gratis voor de publieke omroep. Als tegenprestatie mag de mobiliteitsmonopolist een paar maal per uur gratis zijn bedrijfs-, handels en merknaam (laten) vermelden in het redactionele gedeelte van de publieke omroep, in het kader van ‘verkeersinformatie’. Het gaat daarbij om sluikreclame en niet om bronvermelding. De gegevens worden namelijk door de ANWB op commerciële basis gekocht van de Verkeers Informatie Dienst. De NOS gebruikt publieke aandacht dus als betaalmiddel.

Zo komt het dat reportages, interviews en debatten op de publieke Radio 1 regelmatig worden onderbroken voor mededelingen van ANWB B.V. Dat gaat al jaren zo, en is dus een typisch geval van gedogen. Er is niets ideëels aan die ANWB. Het is gewoon een commercieel bedrijf dat gespecialiseerd is in zaken die ons leefmilieu niet ten goede komen en dat maling heeft aan luchtvervuiling, verkeerslawaai en alle andere schadelijke en hinderlijke kanten van gemotoriseerde mobiliteit.

De ANWB heeft het een beetje moeilijk, want deze mobiliteitsmonopolist heeft in de afgelopen jaren eindelijk een paar van haar oude privileges moeten prijsgeven, en krijgt nu zelfs concurrentie van een ander reparatiebedrijf.

Doorgaan met het lezen van “‘ANWB Verkeersinformatie’ hoort in een STER-blok. (Deel 1)”

Ons maatschappelijk vertrouwen is weggehoond.

De Commentaargroep schrijft vandaag (24 nov): ‘Het gebrek aan vertrouwen van de consument staat niet los van het wantrouwen in de politiek.’

Het enige wat burgers van ‘de politiek’ weten, is wat de journalistiek hierover via de media aan het publiek wil vertellen. De overheersende toon daarvan is smalend, denigrerend en soms ronduit kwetsend. Het eerste wat de politiek moet doen om weer enig publiek aanzien en vertrouwen te krijgen, is ophouden met zo onderdanig te doen tegen journalisten die hen voortdurend interrumperen, woorden in de mond proberen te leggen (‘Zoudt u ook kunnen zeggen dat ..?’), en hypes maken van iedere verspreking of onoplettendheid.

Het primaat van het politieke debat behoort aan de democratisch gelegitimeerde politiek, en niet alleen aan mensen die níet zijn gekozen, niemand vertegenwoordigen, namens niemand spreken, tegenover niemand verantwoording willen afleggen en zich boven alles en iedereen en ook boven iedere vorm van kritiek verheven voelen.

Bij gebrek aan weerwerk en tegenspraak heeft de journalistiek kunnen opschuiven van een secundaire positie van verslaggever naar de positie van belangrijkste politieke meningsvormer. Het stelsel van checks and balances is nog niet aan deze nieuwe situatie aangepast. Onze democratie is zodoende uit evenwicht geraakt en gaan haperen.

Doorgaan met het lezen van “Ons maatschappelijk vertrouwen is weggehoond.”

Etnomarketing is OK. Etnojournalistiek niet.

Na jaren van ontzuiling zien wij deze nu toch weer terugkeren, maar nu in een vorm die diepere wortels heeft en dus hardnekkiger én gevaarlijker zal blijken te zijn dan de vorige. De multiculturalisering en etnificering van onze samenleving leidt tot het institutionaliseren van scheidslijnen tussen bevolkingsgroepen op grond van criteria die tot voor kort (terecht!) ondenkbaar en onbespreekbaar waren, namelijk behalve religie nu ook nationaliteit, etniciteit, groepscultuur en zelfs genetische eigenschappen.

Dit heeft allerlei gevolgen op veel maatschappelijke terreinen, maar ik wil hier graag even stilstaan bij de vraag of de toename van etnojournalistiek even logisch, onvermijdelijk en wenselijk is als etnomarketing.

Doorgaan met het lezen van “Etnomarketing is OK. Etnojournalistiek niet.”

Eigen Netwerk Eerst.

Gans het netwerk schiet te hulp om Maurice de Hond te verdedigen tegen vuige aantijgingen over zijn ‘vermeende partijdigheid’. Ook de Volkskrant vergeet in zulke noodgevallen spontaan haar kritische onafhankelijkheid.

Na verleden week eerst Rob Oudkerk een duwtje in de goede richting (Den Haag) te hebben gegeven, moest echt alles uit de kast om eer en handel van Connie van Breukhoven te redden. En nu was het dus Maurice de Hond die het even moeilijk had en wat publicitaire steun kon gebruiken. De opiniepeiler is weer helemaal terug aan het front, en daar schieten ze soms met scherp.

U kent hem wel, de man die zich rechtstreeks bemoeit met de politiek en die aan tafel van Frits Barend zo hartstochtelijk kan betogen over het failliet van de vertegenwoordigende democratie. Hij heeft zelf nogal uitgesproken opvattingen over politiek en maatschappij, en heeft met zijn ‘gebrek aan begeerte’  (businesspartner Hedy d’Ancona) ondertussen ‘behoorlijk wat geld verdiend’. Nou, díe man moest duidelijk een steuntje in de rug hebben van de Volkskrant.

Na een lange inleiding over herkomst en achtergrond schrijft Bart Jungmann dat het joods-zijn in de opvoeding van Maurice de Hond absolúút niet werd benadrukt. Dat kon van dít verhaal bepaald niet gezegd worden..

Doorgaan met het lezen van “Eigen Netwerk Eerst.”

De waakhond van onze democratie is vals

Lezer Dr. Jan Berden uit Abcoude schreef aan de hoofdredacteur van NRC Handelsblad:

“Ik moet steeds constateren dat de media er op uit zijn de overheid in een kwaad daglicht te stellen. Helaas zie ik steeds vaker dat ook deze zogenoemde kwaliteitskrant met de meute meedoet. Waar blijft uw journalistieke verantwoordelijkheid?”
(De lezer schrijft, 19/11 jl)

Hoofdredacteur Jensma antwoordde in zijn rubriek: “Ik kan me daar niet in vinden.”

Einde discussie? Ja, want journalisten discussiëren niet. Het is al heel wat als zij überhaupt reageren. Een politicus of bestuurder zou hier natuurlijk nooit mee wegkomen. Voor de journalistiek gelden in onze democratie echter andere regels. De belangrijkste is: Wij bepalen zelf onze regels, voorwaarden en verantwoordelijkheden. En: Wij hoeven tegenover niemand verantwoordelijkheid af te leggen, behalve misschien soms tegenover onze collega’s als die zo dom en oncollegiaal zijn om hun eigen nest te bevuilen. Doorgaan met het lezen van “De waakhond van onze democratie is vals”

Commentaargroep, wie bent u eigenlijk?

Met het risico van ‘blogknuffelen’ (term van Alib) wil ik de Commentaargroep (wie dat ook mogen zijn) graag bedanken en complimenteren voor hun beslissing om hun weblog vrij te geven voor rechtstreekse reacties. En nu maar hopen dat veel lezers op constructieve wijze deze vrijheid én mogelijkheid van meningsuiting zullen benutten om de Volkskrant het openlijke weerwoord te bieden dat nog te vaak ontbreekt.

Het gebrek aan tegenspraak en aan mogelijkheden tot openlijke kritiek op de journalistiek vormt immers een zwakke plek in het stelsel van checks and balances dat onze democratie evenwichtig, transparant en fit moet houden.

Nu het Commentaar eindelijk is vrijgegeven voor rechtstreekse reacties, heb ik een volgende wens voor de Commentaargroep: Maak u bekend, open uw vizier en laat uw lezers weten wie het hoofdredactionele Commentaar schrijft. Want wat is de waarde van een mening waar niemand persoonlijk verantwoordelijkheid voor wil nemen? Hoe kunnen lezers beoordelen hoe onafhankelijk en betrouwbaar een commentaarschrijver werkelijk is, als zij geen verbanden kunnen leggen tussen de teksten die hij/zij schrijft?

Doorgaan met het lezen van “Commentaargroep, wie bent u eigenlijk?”

'Hun' moet blijven.

Het persoonlijke voornaamwoord ‘hun’ dreigt te verdwijnen omdat steeds meer mensen (en zeker niet de domsten) voor de derde naamval meervoud steeds vaker ‘hen’ zeggen en schrijven als het eigenlijk ‘hun’ moet zijn. Hoe zou dat komen? Zijn mensen bang voor ‘hun’ omdat het zo vaak verkeerd wordt gebruikt: ‘Hun zeggen’ ipv ‘zij zeggen’. Of is een hen-virus verantwoordelijk voor al die hun-angst?

Is het erg dat ‘hun’ verdwijnt. Neu, niet echt. Maar ik vind het wel jammer. Bekijk de volgende spijkers op laag water en oordeel zelf of u ‘hun’ in stand wilt houden.

Waar ‘HUN’ had moeten staan:

“Het voelt fijn HEN van dienst te zijn, maar laten wij er alsjeblieft niet meer van maken.”(Danielle Pinedo, NRC, 24 dec 2005)

“Wij schamperen niet op de auteurs van het stuk, integendeel, wij zijn HEN dankbaar.
(Jan Mulder, VK 20 dec 2005)

De Belastingdienst stuurt HEN halverwege het jaar een voorlopige aanslag.”
(Leonoor Meijer, VK 16 dec 2005)

“Wat HEN is overkomen, onschuldig veroordeeld worden, kan nog steeds gebeuren.”
(Margreet Vermeulen, VK 12 dec 2005)

Doorgaan met het lezen van “'Hun' moet blijven.”

'Multiculturele samenleving' was niet democratisch gelegitimeerd.

Op 4 januari 2005 stuurde ik een brief naar Dr. Kees Schuyt (lid van de WRR en columnist van de Volkskrant) over zijn standpunt mbt het multiculturalisme. Hoewel dit volgens sommige publicisten (zoals onlangs Paul Brill) het ‘leidende beginsel’ is voor onze maatschappij, krijg je nooit antwoord op de vraag wat deze ideologie eigenlijk behelst. Ook dit keer niet. Het onderwerp blijft onbespreekbaar. Toch raar, voor een ‘centraal politieke doelstelling’. Ik had geschreven:

“Geachte heer Schuyt,
Hartelijk dank voor uw reactie en (gedeeltelijke) uitleg. Ik vroeg u echter niet waarom u niet ‘het grote integratievraagstuk’ in uw column hebt opgelost, maar waarom u geen aandacht hebt besteed aan de waarschijnlijke gevolgen van een zó ingrijpend samenlevingsexperiment dat zowel democratische legitimatie als maatschappelijk draagvlak ontbeert.

“De ‘multiculturele samenleving’ werd ook in de Volkskrant vaak ‘een centrale politieke doelstelling’ genoemd. Ondertussen is deze doelstelling nooit helder geformuleerd in partijprogramma’s of andere politieke of journalistieke publicaties. De burgers van ons land is ook nimmer in duidelijke bewoordingen werd uitgelegd wat de opinie- en beleidselite met dit samenlevingsexperiment voor ogen stond.

“Zelfs nu nog is men het niet eens over de wezenlijke verschillen tussen een ‘multiculturele’ en een ‘gewone’ samenleving.

Doorgaan met het lezen van “'Multiculturele samenleving' was niet democratisch gelegitimeerd.”

‘Multiculturele samenleving’ in 1991: Waar was Paul Scheffer?

In september 1991 (!) plaatste NRC Handelsblad mijn kritiek op de zogenaamde multiculturele samenleving over drie kolommen af:

“ONVREDE OVER ONBEHEERSTE GROEI GEEN XENOFOBIE”.

“De jaarlijkse toestroom van alleen al veertigduizend gezinsherenigers is meer dan hun nieuwe woonbuurten op een beetje leuke manier kunnen verwerken. Voordat men daar aan welke vorm en mate van hun integratie kan toekomen, zal toch eerst de groei van hun aantal tot inpasbare proporties moeten worden beperkt. [..] Niet alleen over de gewenste mate van integratie maar zelfs over de inhoud van dat begrip zelf voert men een bittere discussie over de hoofden van de direct-betrokkenen.

“Het automatisme van de gezinshereniging maakt een bewust en menswaardig toelatingsbeleid voor de werkelijk ernstige gevallen (de politieke vluchtelingen) veel lastiger. De haast en de onmatigheid bij het nastreven van de multiculturele en multi-etnische samenleving leiden in de concentratiegebieden tot het tegendeel van het beleden ideaal.

Doorgaan met het lezen van “‘Multiculturele samenleving’ in 1991: Waar was Paul Scheffer?”