Brief dd , 1 september 2006 van Wilhelmina en Imad Hamdan uit Beirut (Libanon):
“In de meeste wijken van Beiroet is het niet direct merkbaar dat twee weken geleden Hezbollah en Israel in een laaiende strijd waren verwikkeld. Tijdens onze tocht door de Bekaa Vallei worden we er weer hard mee geconfronteerd.
Het is vrij rustig op de gewoonlijk erg drukke hoofdweg van Beiroet naar Damascus. We rijden via de oostelijke buitenwijken en door de mooie bergdorpen Aley, Bhamdoun en Sofar. Deze dorpen liggen op 800 tot 1300 meter hoogte en de temperatuur is er bijzonder aangenaam. Het zijn dan ook geliefde zomer resorts voor toeristen uit de Saoedi Arabie en de golfstaten, maar ook voor de bewoners van Beiroet, die de zomerhitte in de stad maar al te graag ontsnappen.
We passeren Aley, maar gaan dwars door Bhamdoun. De meeste winkels, cafe’s en restaurants zitten potdicht. De blinden van de huizen en appartementen zijn gesloten en van Arabische toeristen is geen spoor te bekennen. Voor 12 juli, de eerste dag van de oorlog, arriveerden er per dag gemiddeld 8000 toeristen op de luchthaven. Veel bezoekers vanuit de oliestaten komen aan per auto. Deze zomergasten blijven meestal een, soms twee maanden. Ze geven, naar onze begrippen, massa’s geld uit aan hoge huren voor prachtige woningen, uitgebreide diner’s met grote familie’s en aan winkelen.
Doorgaan met het lezen van “Libanon Nu. (3) Waarom moest zo nodig élke brug verwoest worden?!”