Bert Wagendorps vaandelvlucht: Wel kritiek leveren maar die zelf niet kunnen verdragen. Tsja..

Nog sneller dan zij was opgelaaid, doofde de discussie over de vaandelvlucht van ‘topcolumnist’ Bert Wagendorp als een nachtkaars uit. Nog wat kleine stekeligheden tussen bloggers die elkaar altijd en overal in de haren zitten, en dat was het dan weer. Maar welke conclusie heeft al het geredetwist en gescheld op de weblogs van Ombudsman Thom Meens (‘Columnist van zijn eigen weblog weggepest’) en van GJ Bogaerts, Chef Internetredactie van de Volkskrant (‘De Ombudsman en Wagendorp’) allemaal opgeleverd?

De meesten hadden, net als de Ombudsman en GJB begrip en sympathie voor de beslissing van Bert Wagendorp om te stoppen met het publiceren van zijn papieren column op het VK Weblog. Sommigen hadden er juist geen goed woord voor over. Ik hoor zelf bij die laatsten. Mijn kritiek op de beslissing van Bert Wagendorp had geleid tot de column van de Ombudsman. Hij had mijn opmerkingen echter ten onrechte geanonimiseerd, want ik uit mijn ‘soms stevige kritiek’ immers niet voor niets steeds onder mijn eigen naam. Een mening waarvoor men geen verantwoordelijkheid wil nemen is in mijn ogen even zin- en waardeloos als een column waarop men geen kritiek kan verdragen.

Toen ik las dat Bert Wagendorp geen zin meer had in ‘aanvallen in de rug, valse verdachtmakingen en op de man gespeelde vuiligheid’, dacht ik eerst nog even dat hij het over zijn eigen column had, en dat hij daarmee dus zou stoppen. Niet dus. Hij gaat gewoon door met zijn bespotten, bespugen en bekritiseren van mensen die zich niet kunnen of mogen verweren.

Doorgaan met het lezen van “Bert Wagendorps vaandelvlucht: Wel kritiek leveren maar die zelf niet kunnen verdragen. Tsja..”

Van democratie tot mediacratie, en vervolgens tot bananenrepubliek. Het kan zomaar.

Het kritisch volgen en zo mogelijk ridiculiseren en desnoods demoniseren van politiek en politici is de voornaamste bezigheid van de journalistiek. De afgelopen weken hebben wij daar veel voorbeelden van gezien, maar ook de column van Max Pam van 12/3 jl over tenenkrommende taalfouten van politici paste naadloos in dat genre. Het zou echter goed zijn als onze democratie een institutie zou kennen die op dezelfde manier en met even goede bedoelingen de journalistiek kritisch zou volgen en beoordelen. Controle, kritiek en evenwicht moet er immers zijn op álle fronten in het democratische krachtenspel.

Burgers zijn per definitie de eerst aangewezenen voor het controleren van de journalistiek en mediamacht. Zij hebben daartoe ook de vrijheid, maar helaas nauwelijks effectieve mogelijkheden. De huidige situatie is dat politici en bestuurders de pers niet durven bekritiseren (zogenaamd omdat zij dat niet mogen), dat burgers het niet kunnen en dat journalisten het niet willen, uit een soort verkeerd begrepen collegiale loyaliteit of uit angst voor oncollegiale represailles.

Het resultaat is een bekend publiek geheim: De pers heeft vrij spel en kan en mag alles over iedereen zeggen en schrijven, maar krijgt zelf te weinig inhoudelijke concurrentie in de vorm van weerwerk en kritiek. Zij verliest daardoor aan kwaliteit, klantvriendelijkheid en maatschappelijke relevantie. En dat is natuurlijk niet goed, want zonder een onafhankelijke en betrouwbare pers blijft er van democratie niet veel meer over.

Doorgaan met het lezen van “Van democratie tot mediacratie, en vervolgens tot bananenrepubliek. Het kan zomaar.”

Yoram Stein: Overeenkomst tussen joden en moslims is hun wens om van elkaar te verschillen.

Een vergelijking tussen Joden en Moslims, zoals Yoram Stein die zegt te maken in zijn artikel ‘Het grote verschil tussen joden en moslims’ (VK Forum, 6 maart), is alleen verhelderend als dit open en eerlijk gebeurt. Stein doet daartoe geen merkbare poging. Waarom publiceert de Volkskrant deze gotspe waarin geen herkenbare werkelijkheid te ontdekken valt?

Joden kennen dan misschien geen officiële ‘doctrine van de Jihad’, zoals Yoram Stein opmerkt, maar die hebben zij kennelijk ook niet nodig. Zij komen namelijk een heel eind in de bestrijding van hun vijanden met behulp van hun overgeleverde overtuiging van etnische superioriteit en een daarop gebaseerde praktijk van (desnoods gewelddadig) etnisch exclusivisme. Joodse Zionisten hebben daaraan een genocidale uitvoering gegeven bij de etnische zuivering van Palestina, die sinds 1947 eigenlijk niet meer is gestopt. (Renate Rubinstein had het in 1967 over ‘die stomme Exodus’ van Palestijnse gezinnen die met hun schamele bezittingen over de Allenby-brug vluchtten naar hun thuisloze toekomst. En nog steeds komt aan hun ellende maar geen eind.)

Militante, nationalistische en racistische Joden hebben Palestina van de kaart geveegd door niet-Joodse bewoners van het land te terroriseren, te martelen, te vermoorden, en bij honderdduizenden uit hun (naderhand verwoeste) huizen, dorpen, stadswijken en landbouwgronden te verdrijven naar vluchtelingenkampen waarin zij en hun nakomelingen zelfs nu nog in erbarmelijke, uitzichtloze omstandigheden moeten leven. Deze schanddaad tegen de menselijkheid is tot nu toe door een invloedrijke lobby met succes onttrokken aan kritische beoordeling en berechting, maar mede dankzij de moedige onafhankelijkheid van historici als Ilan Pappe (‘The Ethnic Cleansing of Palestine‘) en Yakov M. Rabkin (‘In Naam van de Thora‘) zal uiteindelijk ook deze doofpotdeksel worden gelicht.

Doorgaan met het lezen van “Yoram Stein: Overeenkomst tussen joden en moslims is hun wens om van elkaar te verschillen.”