
______________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________
De Ombudsman
NRC Handelsblad, ‘Opinie & Debat, 19 december 2020.
Hoe een coronafilm NRC in een kwaad daglicht stelt met knip- en plakwerk
[..]
Sinds twee weken circuleert op YouTube een coronafilm van de Zuid-Hollandse ondernemer Nico Sloot, die op zoek gaat naar de waarheid achter het officiële verhaal over het virus. De film is een schoolvoorbeeld van coronasceptische burgerjournalistiek: schimmige verbanden tussen Big Pharma en Big Tech, stemmige synthesizermuziek en Hollands Glorie-beelden van de maker als stuurman op zijn eigen boot. Slotsom: de farmaceutische industrie dringt ons vaccinaties op, terwijl maar een heel klein deel van de bevolking ernstig ziek wordt door het virus. Op vrijdag was de film, Covid-19. The System , ruim 480.000 keer aangeklikt, met tweeduizend lovende reacties („harde feiten”).
In die ‘documentaire’ zit een kort, verontrustend fragment voor NRC-lezers. Sloot belt naar NRC om te melden dat een interview dat de krant in juli plaatste met coronagezant Feike Sijbesma van geen kant klopt; daar staan volgens hem uitspraken in die de gezant nooit heeft gedaan, dat heeft hij zelf van Sijbesma gehoord. En wat zegt NRC, aan de andere kant van de lijn? Ja, als Sijbesma zegt dat hij dit niet heeft gezegd geloof ik dat, ik zal kijken of dat kan worden aangepast.
Niet best, denk je dan.
Wat Sloot er niet bij vertelt, is dat hij on camera niet aan de lijn is met een NRC-redacteur, maar met een medewerker van de afdeling Klantenservice. Die staan lezers te woord over de bezorging of over problemen met hun abonnement; ze kunnen geen oordeel geven over de inhoud van de krant. Toch krijgt de argeloze – of toch al sceptische – kijker de indruk dat NRC de burger-onderzoeker laat weten dat het interview inderdaad misschien niet klopt en dus zal moeten worden rechtgetrokken.
Maar niet alleen Sloot nam het gesprek op. Ik heb het bij Klantenservice – bij uitzondering – opgevraagd (die gesprekken worden tijdelijk bewaard). En wat blijkt? Het ging toch net iets anders.
Al in het begin – het gesprek duurt bijna dertien minuten – legt de medewerker van Klantenservice uit dat als Sloot contact wil over dit artikel, hij de redactie moet mailen of sociale media moet gebruiken. Doorverbinden gaat nu niet, er is, door corona, bijna niemand op de redactie. Sloot vraagt dan maar of de medewerker zelf journalist is. Die antwoordt ontkennend: nee, hij is er voor Klantenservice. Oh, zegt abonnee Sloot, wij zijn tevreden over de krant, dat gaat allemaal goed – maar dan begint hij toch weer over het artikel. Kun jij daar niet iets over zeggen? Nou ja, zegt de medewerker vriendelijk, alleen persoonlijk, niet namens NRC.
Dan ontspint zich toch een gesprek over de inhoud – waarbij de medewerker gelukkig nog wel een slag om de arm houdt: áls er iets niet klopt, moet het worden rechtgezet. Pas in de elfde minuut komt de aap uit de mouw: Sloot onthult dat hij bezig is met een documentaire en dit gesprek daarin wil gebruiken. Is dat goed? Overdonderd stamelt de medewerker, nou ja, alleen als los citaat, maar niet alsof hij een woordvoerder is van NRC.
Te laat. Ok, dankjewel! roept Sloot ter afscheid.
Zo gaat dat kennelijk, met burgerjournalisten die hun mond vol hebben van tendentieuze, manipulerende media. Je ‘neemt ze serieus’, zoals het advies alom luidt, staat ze beleefd te woord – en ziet jezelf verknipt terug in een fragment dat moet suggereren dat de krant de lezers weer eens voorliegt met een tendentieus, gemanipuleerd interview.
Waar ging het dan om? Ook veelzeggend: in de film blijft onduidelijk wát er precies niet zou kloppen in het NRC-interview met de coronagezant. Die zinspeelt daarin op de mogelijkheid van grootschalige vaccinatie en wijst erop dat we nu maatregelen moeten nemen om een heftige lockdown te voorkomen – precies wat er is gebeurd dus. Sloot las dat blijkbaar als een oproep tot verplichte inenting. In de film is te zien hoe de ondernemer belt met Sijbesma die, opnieuw met vooruitziende blik, het gesprek niet in de film wilde. Wel stuurde de gezant Sloot een mail, waarin hij onderstreept dat vaccinatie uiteraard vrijwillig moet zijn.
De auteurs van het interview en de woordvoerder van Sijbesma die daar destijds bij betrokken was, laten me dit weten: ja, er was discussie over de tekst van het interview. Het gesprek was nogal scherp neergezet, vond de coronagezant, een beetje ongemakkelijk gezien zijn delicate positie als – vrijwillige en onbetaalde – adviseur van het kabinet. Maar nee, van verdraaide of verzonnen citaten was geen sprake.
Ondernemer Sloot zelf is kortaf door de telefoon: dit is allemaal „niet spannend”. Hij blijft erbij dat het interview niet klopt en zegt dat hij nog op antwoord van de krant wacht. Daar heeft hij een punt, want zijn gegevens waren in het gesprek genoteerd en hij zou nog iets horen. Bij deze dus.
Al met al een leerzaam voorval. Voor Klantenservice – en net zo goed voor journalisten – is het een goede herinnering: hou je bij je leest en hou er rekening mee dat tegenwoordig alles wat je zegt kan worden opgenomen, bewaard, verknipt en tegen je gebruikt. De Klantenservice-medewerker, sinds kort elders werkzaam, heeft bij YouTube bezwaar gemaakt dat zijn naam in de film voorkomt.
Intussen illustreert het incident ook nog eens het verschil tussen verslaggeving die zoekt naar feiten en verificatie, en pseudo-journalistiek die vooral hunkert naar bevestiging van persoonlijke vermoedens, opinies en achterdocht.
Sjoerd de Jong
Reacties: ombudsman@nrc.nl
____________________________________________________________________________________________
Van: Robert van Waning
Verzonden: donderdag 24 december 2020 12:34
Aan: Hoofdredactie <hoofdredactie@nrc.nl>
CC: E-mail Ombudsman <ombudsman@nrc.nl>
Onderwerp: NRC Ombudsman trapt weer na (3). (NRC 19.12.2020)
Geachte Redactie,
Voor de derde keer in korte tijd doet NRC-Ombudsman en -redacteur Sjoerd de Jong in zijn (te) uitgebreide column van 19 december jl verslag van correspondentie met een criticus van de krant. De manier waarop dit gebeurt, kan alweer niet anders worden getypeerd dan natrappen.
De bewuste NRC-lezer had een film gemaakt van zijn zoektocht naar de waarheid achter het officiële verhaal over het virus. Daarbij was hij gestuit op een interview in NRC Handelsblad dat volgens hem onjuistheden bevatte. Toen hij met iemand van de krant daarover wilde praten, werd hij te woord gestaan door een medewerker van de service-afdeling. Die kan (of mag) echter geen oordeel geven over de inhoud van de krant. Daar ging het fout. Typische een flutkwestie die geen halve pagina van Opinie & Debat(?) waard is.
De ombudsman noemt de kritische NRC-lezer bij zijn volledige naam, maakt hem belachelijk en noemt zijn film ’een schoolvoorbeeld van coronasceptische burgerjournalistiek’. De lezer had geen reactie gekregen op zijn brief. ‘Bij deze’ schrijft de ombudsman maar gunt hem geen weerwoord op dit publieke schandschrift. De ombudsman schendt hiermee niet alleen wederom regels van fatsoen maar ook van de journalistiek.
Volgens de ombudsman is deze kwestie een goede les. Het is de vraag of hij er zelf iets van leert. Dat alles wat je zegt, kan worden opgenomen, bewaard, verknipt en tegen je gebruikt, is al zo oud als de vaak al te vrije pers. Die kan immers nog steeds niet op hetzelfde forum worden tegengesproken en bekritiseerd. Tegenwoordig kan dit gelukkig wel in de sociale media. De burgerjournalistiek dankt mede hieraan haar populariteit. De traditionele journalistiek kan zichzelf aanrekenen dat dit ten koste gaat van de onbetrouwbaarheid van de informatievoorziening. In tegenstelling tot de werkwijze van de NRC Ombudsman kan de journalistiek maar beter het motto ‘Better join them than fight them’ hanteren.
Met vriendelijke groet,
Robert van Waning
Meningsvrijheid
_________________________________________________________________________________________
Van: Sjoerd de Jong Verzonden: vrijdag 25 december 2020 12:48
Aan: Robert van Waning
Onderwerp: RE: NRC Ombudsman trapt weer na (3). (NRC 19.12.2020)
Beste heer Waning,
Ook in hate-mail die obsessieve trekken begint te krijgen, verdient het aanbeveling bij de feiten te blijven. In de bewuste rubriek (19/12) doe ik geen verslag van “correspondentie met een criticus van de krant”; schreef deze ook geen ‘’brief”, noem ik hem bij naam als maker van een documentaire waarin hij onder naam een hoofdrol speelt, en verleende ik hem wél “weerwoord” op mijn bevindingen.
Ik wens u fijne, vreedzame feestdagen.
SJ
___________________________________________________________________________________________
Van: Robert van Waning
Verzonden: vrijdag 25 december 2020 14:02
Aan: Sjoerd de Jong ; Red NRC Lezer schrijft <lezerschrijft@nrc.nl>
Onderwerp: Re: NRC Ombudsman trapt weer na (3). (NRC 19.12.2020)
Beste Heer De Jong,
U deed verslag van een conversatie met een kritische NRC-lezer ipv een correspondentie. Belangrijk verschil? Nee, natuurlijk.
U schreef:
“Ondernemer Sloot zelf is kortaf door de telefoon: dit is allemaal „niet spannend”. Hij blijft erbij dat het interview niet klopt en zegt dat hij nog op antwoord van de krant wacht. Daar heeft hij een punt, want zijn gegevens waren in het gesprek genoteerd en hij zou nog iets horen. Bij deze dus.“
Was dat het weerwoord dat u hem gunde? Voldeed u daarmee aan normen van fatsoen en journalistiek? Volgens mij wederom niet en daarom reageerde ik.
U schrijft iedere week een te lang verhaal in mijn avondkrant. Ik reageer daar soms op, omdat ook journalistiek nu eenmaal tegenspraak verdient. Hoezo obsessie?
Overigens ben ik van mening dat iemand niet tegelijk redacteur, opiniemaker én ombudsman van een krant kan zijn.
U bent voornamelijk bezig om de belangen van uw werkgever te behartigen. Die vindt dat natuurlijk prima. Thom Meens was destijds zo dom om als ombudsman op te komen voor lezers van de Volkskrant. Dat kostte hem zijn kop. De hoofdredacteur koos daarna zelf diens opvolger.
Met vriendelijke groet,
Robert van Waning,
Amstelveen.
__________________________________________________________________________________________
Van: Robert van Waning
Verzonden: maandag 10 januari 2022 18:48
Aan: E-mail Ombudsman <ombudsman@nrc.nl>
Onderwerp: Journalistiek verdient kritiek (maar krijgt die te weinig).
Geachte Ombudsgroep,
“Journalistiek ontbeert kwaliteitscontrole,” schreef Kamerlid (D66) Francine Giskes in NRC van 8/1 jl. ‘Journalistiek verdient kritiek’ was het motto van mijn Volkskrant Weblog ‘Donqui’ in de tijd dat dat forum nog niet door directie en hoofdredactie van die krant was verkwanseld aan uitgeverij Sanoma BV (die het vervolgens verdonkeremaande). Tussen Giskes’s stuk en mijn blogs over dit onderwerp bestaan veel overeenkomsten, maar er is één groot verschil: Het opiniestuk van Francine Giskes werd geplaatst en het VK Weblog werd in zijn geheel verwijderd.
“De ‘blik van buiten’ als kritisch licht op de journalistiek” stond boven de column die NRC hoofdredacteur René Moerland schreef naar aanleiding van de (veel te lang uitgestelde) wisseling van ombudsman van zijn krant. Negen redacteuren van NRC Handelsblad gaan praten met journalisten en met mensen die door de journalistiek waren geraakt. De verhalen van de niet-journalisten passeren dus eerst een journalistieke filter voordat wij ze te lezen krijgen. De slager geeft het keuren van zijn vlees niet graag geheel uit handen..
Volgens hoofdredacteur Moerland zijn journalisten aanspreekbaar en gaan zij het debat aan. Zolang hun email adres niet onder ieder artikel staat, is dit slechts in beperkte mate het geval. Ook van verantwoording is weinig sprake. Sjoerd de Jong deed er alleen aan als hem dat uitkwam. Van kritiek was hij niet gediend. 1)
“Openheid, een (zelf)kritisch debat en het vermogen om daarvan te leren zijn eigenschappen die we hoog aanslaan in onze redactionele cultuur,” schrijft René Moerland. Dat klinkt te mooi om waar te zijn en dat is het dus ook, alle goede bedoelingen ten spijt.
Burgers kúnnen namelijk geen kritiek uiten op een medium, want die wordt domweg niet geplaatst of uitgezonden. Politici en bestuurders mógen zulke kritiek net uiten, want dan is het land te klein en de democratie acuut in gevaar: ‘Persvrijheid!’ Journalisten wíllen of dúrven het niet, uit collegialiteit of uit angst voor collegiale represailles. Media en journalistiek verheffen zich boven kritiek en onttrekken zich aan de ‘checks and balances’ die een democratie transparant, evenwichtig, eerlijk en rechtvaardig houden. Zij zijn een soort onaantastbare priesterkaste gaan vormen. Dit heeft merkbaar geleid tot een scheefgroei in de maatschappelijke en democratische machtsverhoudingen. Wij leven zodoende in een mediacratie waarin journalisten het eerste én het laatste woord hebben. Op kritiek en tegenvragen reageren zij minzaam met: “Ik stel hier de vragen.”
Ook redacties van ‘kwaliteitskranten’ doen mee aan de ‘cancelcultuur’, bijvoorbeeld door kritische brieven van ‘lastige’ lezers niet af te drukken. NRC Handelsblad plaatst slechts 10% van de ingezonden brieven. Bij andere kranten en opiniebladen is het vast niet veel anders. Logisch, gezien het plaatsgebrek in papieren kranten, maar dat is geen excuus om negen van de tien brieven dan maar in de prullenbak te gooien. De Chef Opinie van NRC vertelt in zijn wekelijkse rubriek ook niet waaróm die brieven werden geweigerd. Daar zullen ongetwijfeld ook brieven bij zijn die rake kritiek op de krant bevatten of die de redactie om een andere reden onwelgevallig zijn. Lezers krijgen geen eerlijk en volledig beeld van de reacties van lezers.
Dat beeld krijgt men wel ‘in de spelonken van de sociale media’ (columniste Elma Drayer, VK 28/12 jl), maar dus niet in de ‘nette kranten’ (idem). In onze democratische rechtsstaat wordt ons belangrijkste grond-, mensen- en burgerrecht niet beperkt door de staat maar door media en journalistiek, de zelfbenoemde waakhond van onze democratie. Hoe netjes is dat?
De Volkskrant heeft het VK Weblog op haar eigen website na enige jaren opgeheven 2): Te kritisch en te lastig. De complete inhoud van alle blogs, reacties en discussies werd verkwanseld aan de Finse uitgever Sanoma BV, die het vervolgens verdonkeremaande. Deze gang van zaken was in strijd met de afspraken met de deelnemers van het openbare forum én met hun auteursrechten. Niet netjes, dus. Toch heeft geen journalistieke haan hiernaar gekraaid. Begrijpelijk, want kritiek op een medium is ‘not done‘ en een journalist verspeelt er zijn baan en zijn toekomst mee.
Omdat ik een ‘lastige’ lezers ben, werd ik ooit door Henk Blanken, adjunct-hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden’ met publiekelijk afgebrand in zijn artikel ‘De querulant en de journalist’ 3). Hij schreef “Ik ken die lezer, ook al wordt hij niet met name genoemd”. Hij had mij nooit gesproken of geschreven! Als je bij een redactie eenmaal als ‘querulant’ te boek staat, mag die je voortaan negeren, blokkeren, verbannen en uitsluiten. Je bent levenslang gecanceld, óók al was je kritiek nog zo terecht en raak. Juist daarom, zelfs. Veel journalisten en columnisten zijn in feite betaalde querulanten.
Sinds ik jaren geleden door de Chef Opinie (rare titel, niemand zou de baas mogen zijn van andermans opinies) van de Volkskrant werd verbannen 4) vanwege een keurige maar rake en kennelijk pijnlijke reactie op een column(!), heb ik drie opeenvolgende ombudsmannen en -vrouwen en twee opeenvolgende hoofdredacteuren gevraagd om te juistheid, rechtvaardigheid en proportionaliteit deze diffamerende sanctie te laten onderzoeken. Kansloos, er wordt zelfs niet op gereageerd.
Ik hoop dat uw onderzoek inderdaad zal leiden tot veranderingen in het journalistieke denken, niet alleen bij NRC Handelsblad. Want:
‘Something is rotten in the state of Denmark.’
Met vriendelijke groet,
Robert van Waning (New Orleans, 1942)
1) Ombudsman van NRC trapt ná.
2) VK Weblog dient niet voor kritiek op journalistiek. Of juist wèl?
3) De querulant en de journalist.
4) Verbannen vanwege meningsuiting.
Dit was de reactie die leidde tot mijn verbanning gedurende anderhalf jaar door de Volkskrant (zonder deugdelijke motivatie, zónder mogelijkheid van verweer):
“Knap hè, hoe Paul Brill met zijn verwijzing naar ‘het Midden-Oosten’ het noemen van Israël als ‘hot issue’ zorgvuldig vermijdt. Hij laat echter geen gelegenheid onbenut om Iran in een kwaad daglicht te stellen. Ook hier niet, dus. Iran moet natuurlijk goed in de gaten worden gehouden, maar Israël is en blijft nog altijd ‘the hottest issue of them all’ met zijn systematische schendingen van het internationale recht (waaronder kernwapenverdragen).”
Zie ook:
https://start.me/p/VRl9Do/meningsvrijheid
=======================================================
Wat hieraan vooraf ging:
Van: Robert van Waning
Verzonden: zondag 18 oktober 2020 14:38
Aan: E-mail Ombudsman <ombudsman@nrc.nl>; Hoofdredactie <hoofdredactie@nrc.nl>
Onderwerp: Journalisten verdragen geen kritiek en ook geen concurrentie, (FW: Waarom journalistiek en het nieuwe complotdenken elkaar slecht verdragen. NRC Ombudsman 11.10.2020)
Geachte ombudsman, Sjoerd de Jong,
In uw column van 10 oktober jl maakte u gehakt van iemand met wie u in het voorjaar had gecorrespondeerd. U noemde hem een complotdenker van een inmiddels verouderd model, omdat hij nog de moeite nam om algemeen aangenomen feiten te onderzoeken.
Ik weet vrijwel niets van ’11 september’ (behalve dat ik het live op tv heb zien gebeuren) en ik verdiep mij daar ook niet in. Zolang echter niets is bewezen, zijn alle andere theorieën ook niet meer dan dat. U heeft kennelijk wél een opvatting over het ineenstorten van de derde toren, WTC-7, maar wie zegt dat die wél gefundeerd is? Goedgelovige sukkels aan beide zijden gaan ervan uit dat hún feiten en redeneringen met betrekking tot kloppen. Dat geldt voor u net zo goed als voor de complotdenkers aan de andere kant.
Uw beleefde pen pal kreeg van u een ferme trap na. Dat hij niet met name werd genoemd zal de pijn voor hem nauwelijks hebben verzacht. Op het ene moment leek hij nog serieus te worden genomen door de serieuze journalistiek, maar het volgende moment behoorde hij tot de onaanraakbaren die onverenigbaar zijn met die maat van alle dingen. Als hij ook nog kritiek had geuit op de Mossad was hij voorgoed verbannen. Daarvoor is immers alleen al beredeneerde kritiek op de discriminatoire aard van de Joodse religie, cultuur en politiek voldoende, zo heb ik tot mijn schade ondervonden.*)
U schreef: “Complotdenken ondergraaft niet alleen de maatschappelijke consensus over feiten en verklaringen, het is in zekere zin ook burgerjournalistiek in een holle spiegel: een bizarre uitvergroting of vertekening van onaangename of onacceptabele waarheden.”
Ondertussen is duidelijk geworden dat het mede door NRC lang ondersteunde ideaal van een neoliberale economie en daarop (en nauwelijks nog op enig andere moraal) gestoelde maatschappij heeft geleid tot een bizarre, onaangename en onaanvaardbare wereldwijde situatie die oneerlijk, onrechtvaardig en niet duurzaam is. Wat zegt dat over hetgeen wél door de journalistiek wordt verdragen?
Het is uw goed recht om consequent de kant van de journalistiek te kiezen. U diskwalificeert zich hiermee echter als ombudsman. Dat doet u bovendien door artikelen te schrijven in de hoedanigheid van redacteur van NRC Handelsblad.
Met vriendelijke groet,
Robert van Waning
________________________________________________________________________________________________
Van: Sjoerd de Jong
Verzonden: maandag 19 oktober 2020 13:51
Aan: Robert van Waning
Onderwerp: RE: Journalisten verdragen geen kritiek en ook geen concurrentie, (FW: Waarom journalistiek en het nieuwe complotdenken elkaar slecht verdragen. NRC Ombudsman 11.10.2020)
Heer Van Waning,
Het bevreemdt me waarom u een ombudsman blijft benaderen in wie u klaarblijkelijk geen enkel vertrouwen hebt. Zoals eerder gezegd beschouw ik onze correspondentie, waarin u niet kunt nalaten keer op keer mijn functie of functioneren ter discussie te stellen, al enige tijd als beëindigd. Indien u concrete klachten heeft over artikelen in NRC zal ik die doorsturen aan betrokkenen, met het verzoek erop te reageren.
Sjoerd de Jong
Ombudsman NRC
________________________________________________________________________________________________
Van: Robert van Waning
Verzonden: maandag 16 november 2020 16:15
Aan: Red NRC Lezer schrijft <lezerschrijft@nrc.nl>
CC: ombudsman@nrc.nl
Onderwerp: De ombudsman trapt (weer) na.
(Niet voor publicatie.)
Geachte Redactie,
Voor de tweede keer in vrij korte tijd doet NRC-Ombudsman en -redacteur Sjoerd de Jong in zijn uitgebreide column van 14 november jl verslag van een correspondentie met een criticus van de krant. De manier waarop dit gebeurt, kan wederom niet anders getypeerd worden dan natrappen.
Uw ombudsman schrijft dat hij na de 4.550 woorden die hij aan zijn opponent had geschreven voorlopig wel uitgepraat is met de Andere Wereld van De Andere Krant. Waarom weidt hij er dan toch één van zijn lange columns aan? Hij noemt daarin twee critici Sander Compagner en Eric van de Beek wel met name (laatstgenoemde zelfs 18 keer) maar zij krijgen geen mogelijkheid tot weerwoord in dezelfde ruimte als waarin zij door niemand minder dan de ombudsman van de gezaghebbende NRC publiekelijk worden afgebrand.
“Revolutionaire tijden, of de honger daarnaar, produceren een alternatieve pers,” schrijft ombudsman annex redacteur Sjoerd de Jong. Wat bedoelt hij daarmee? De pers is immers per definitie onafhankelijk (ook onderling, mag ik hopen) en laat in een gezonde democratie een alternatief geluid horen tegenover dat van de ‘the powers that be’ (zoals overheden, ambtenaren, politiek, ondernemingen, onderwereld, kerk, en – niet te vergeten – de media).
De ombudsman noemt het verbluffend dat de media ervan beschuldigd worden te fungeren als loopjongen van de elite. Volgens velen (inclusief de ombudsman?) gaan zij immers nu al jaren diep door de knieën voor de al dan niet vermeende wensen, preoccupaties en noden van ‘het volk’ of ‘de boze burger’ (aanhalingstekens van De Jong.)
Die tóón..
Ik kan mij niet herinneren of ik Sjoerd de Jong ooit de juiste man op de juiste plaats heb gevonden, maar inmiddels is hij dat duidelijk al lang niet meer. Tenzij de (hoofd)redactie het met hem eens is, natuurlijk. In dat geval wordt het echt tijd om NRC Handelsblad anders te gaan inschatten.
Met vriendelijke groet,
Robert van Waning
Amstelveen
_______________________________________________________________________________________