‘Het geheim van Azië’ (9 nov 1993)

‘Het geheim van Azië’ (Commentaar NRC Handelsblad, 1 november 1993) bestaat uit een combinatie van milieuvernietiging, energieverspilling, onrechtvaardige arbeidsverhoudingen en slechte sociale voorzieningen.

Als de Aziatische tijgers dankzij de globalisering van economie en handel onvoorwaardelijk met de westerse economieën kunnen en mogen concurreren, dan zullen werkloosheid, milieuschade en geringe maatschappelijke solidariteit hun belangrijkste exportprodukt blijken te zijn.

Als met protectionisme bedoeld wordt het beschermen van moeizaam tot stand gebrachte maatschappelijke verworvenheden in westerse landen, dan is daar veel voor te zeggen.

Doorgaan met het lezen van “‘Het geheim van Azië’ (9 nov 1993)”

‘Onvrede over onbeheerste groei geen xenofobie’ (NRC, 30 sept 1991).

Onderstaande ‘ingezonden brief’ stond op 30 september 1991 in NRC Handelsblad. Ik kreeg er twee reacties op. Eén van een verre nicht die het leuk vond om op deze manier weer eens van mij te horen, en één van Frits Bolkestein, destijds fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. 

Onvrede over onbeheerste groei geen xenofobie

Het kost kennelijk moeite om een afwijzende houding jegens “de snelheid van de toename’ van het aantal buitenlanders in een gemeenschap niet te verwarren met xenofobie. Ook minister d’Ancona had het vorige week in Luxemburg weer over “extreem-rechtse sentimenten” in haar verwijzing naar de gevoelens die in de Amsterdamse stadswijk Bos en Lommer bestaan over vooral deze onvoldoende beheerste groei. Doorgaan met het lezen van “‘Onvrede over onbeheerste groei geen xenofobie’ (NRC, 30 sept 1991).”

Publiek debat in Amstelveen, 2016-2.

Archief van mijn bijdragen van mei t/m augustus 2016.

“Mij gaat het vooral om de waardering van het vrije debat als vehikel van maatschappelijke vooruitgang.” (Wouter Bos.)

Een krant die kritische meningen onderdrukt, heeft geen bestaansrecht.” (Van Thillo.).

Bijdragen RvW aan publiek debat in Amstelveen in andere periodes:
  2015-3   2016-1   2016-2   2016-3   2016-4    2017-1

Doorgaan met het lezen van “Publiek debat in Amstelveen, 2016-2.”

Een gemeenschap ('community') is méér dan een markt. (Deel 3)

Toch houdt de politiek van economie …
De politiek heeft economie en technologie wereldwijd verheven tot algemeen leidende principes. Terwijl politici er in de eerste plaats voor zouden moeten zorgen dat hun kiezers tevreden zijn, stellen zij zich nu op kosten van de gemeenschap in dienst van handel en industrie die juist helemaal géén baat hebben bij tevredenheid. Alleen een zichzelf in stand houdende, chronische ontevredenheid onder de potentiële afnemers houdt tenslotte een blijvende vraag naar producten en diensten in stand.

Materiële welvaart is voor veel mensen een verslavend middel waarmee zij hun existentiële onzekerheden kunnen ‘vergeten’. Nationale en internationale economieën zijn afhankelijk van de winsten, belastingen en accijnzen die deze verslaving oplevert. Geen modern land kan meer bestaan zonder een steeds toenemende materialistische behoeftenbevrediging, eufemistisch ‘economische groei’ genaamd. Het bevorderen van materiële welvaart heeft voor politici het grote voordeel dat het effect (in tegenstelling tot ‘vage’ dingen als leefbaarheid en tevredenheid) meetbaar is. Aan de hand van economische groeicijfers kunnen politici aannemelijk maken dat zij hun werk goed doen. De grote spanningen in de wereld tonen echter aan dat de politiek met haar nadruk op economische groei en materiële welvaart heeft gewed op een grillig, ontrouw en dom paard, dat het gras waarvan het moet leven, vervuilt en met zijn hoeven vertrapt. Als middel is het vaak erger dan de kwaal van relatieve materiële armoede, maar er is geen bijsluiter die hiervoor waarschuwt.

Doorgaan met het lezen van “Een gemeenschap ('community') is méér dan een markt. (Deel 3)”

Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (Deel 2)

De homo economicus van Frankenstein
De homo economicus is een personage uit de economische mythologie en bestaat in werkelijkheid niet. Hij is, net als het monster van Frankenstein, een laboratoriumprodukt, een mythisch, kunstmatig geconstrueerd wezen dat zelfs zijn eigen schepper bedreigt zodra het een eigen leven mag gaan leiden.

Het even mythische begrip ‘economische gemeenschap’ houdt ook een ontkenning in van het verschil tussen fictie en werkelijkheid. Het adjectivum ‘economicus’ duidt op een bepaald aspect van het menselijk handelen: zijn wens om zo min mogelijk offers te hoeven brengen bij streven naar de bevrediging van zijn materiële behoeften. Het besef dat het hier niet gaat om de gehele mens maar om dat deel van hem dat met materiële zaken tevreden is te stellen, is nog wel aanwezig.

De kennis van het begrip ‘gemeenschap’ is echter inmiddels zo gebrekkig geworden, dat men zich bijna niets completers meer kan voorstellen dan een ‘economische gemeenschap’. Het is een pars pro toto geworden en tegelijk een eufemisme dat moet verhullen dat de sociale, morele, ideële, culturele en alle andere aspecten van de gemeenschap door het economische worden verdrongen. Economie was oorspronkelijk een instrument van de gemeenschap, maar nu is de gemeenschap een instrument van de economie geworden.

De gemeenschap, de community, is voor de mens (en vele andere aardse levensvormen) een belangrijker gegeven dan voorstanders van een puur economische politiek bereid zijn om toe te geven. Na voldoende water, voedsel, gezondheid en familie is het misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor menselijk welzijn. Alleen in een bekende en vertrouwde omgeving kan een mens in harmonie leven, wonen, werken en rusten op een wijze die een gevoel van welbevinden geeft.

Doorgaan met het lezen van “Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (Deel 2)”

Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (1)

 

Voorwoord

De eerste versies van dit verhaal schreef ik in 1992. Toch is het nog in veel opzichten actueel. In sommige opzichten misschien nog wel meer dan veertien jaar geleden, toen Frits Bolkestein mij vroeg om eens een verhaal over communitarianism te schrijven. Ik was met hem in contact gekomen naar aanleiding van mijn brief ‘Onvrede over onbeheerste groei is geen xenofobie’ die NRC Handelsblad in september 1991 nogal prominent had afgedrukt. Tien jaar voordat Paul Scheffer het debat hierover zou ‘starten’, beschreef ik in die brief de maatschappij-ontwrichtende werking van het multiculturalisme: ‘Hele stadswijken worden geofferd op het altaar van het multiculturalisme, een restant van het maakbaarheidsgeloof’. Ik pleitte voor het behoud van een overkoepelende (en dus gemeenschappelijke) samenlevingscultuur als maatschappelijk richtsnoer én sociaal bindmiddel, ook in een modern land als het onze. De dag nadat die brief in de NRC had gestaan, werd ik gebeld door de secretaresse van Bolkestein: Hij wilde mij graag spreken. Wij hebben een paar gesprekken gehad in de lobby van het Amsterdamse Hilton Hotel. Hij vroeg toen of ik eens een verhaal wilde schrijven over ‘communitarianism’. Dat heb ik geprobeerd, maar gaandeweg werd het steeds meer een verhaal tégen ‘mondialisering’ (ten onrechte ook wel ‘globalisering’ genoemd). Die opvatting sprak Frits Bolkestein een stuk minder aan, en wij hebben sindsdien geen contact meer gehad.

Amstelveen, 30 november 2006.


Economie, de schaarsmaker

Gemeenschappen worden schaars in een maatschappij die kleine en grote gemeenschappen en hun onderlinge verbanden uitkleedt tot op hun louter economische functies. De mens mag dan van oorsprong een vrij sociaal wezen zijn, de homo economicus , inmiddels onderwerp van alle aandacht en beleid, is dat bepaald niet.

De kapitalistische consumptie-economie heeft geen boodschap aan gemeenschappen, alleen aan markten. Schaarste aan gemeenschapszin is dan ook niet slechts een onbedoeld neveneffect van een consequent doorgevoerd beleid dat gericht is op de optimalisatie van een vrije kapitalistische markteconomie, maar juist een produkt daarvan, net zoals bijvoorbeeld schaarsten aan andere waarden zoals natuur, schoon water, vruchtbare bodem, stilte etc. De markteconomie vereist dat alles een prijs heeft. Die marktprijs reflecteert echter de huidige schaarste, niet de toekomstige. Wat nog niet schaars lijkt, heeft geen prijs en kan dus onbegrensd worden verspild en vervuild.

Doorgaan met het lezen van “Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (1)”

‘Multiculturele samenleving’ in 1991: Waar was Paul Scheffer?

In september 1991 (!) plaatste NRC Handelsblad mijn kritiek op de zogenaamde multiculturele samenleving over drie kolommen af:

“ONVREDE OVER ONBEHEERSTE GROEI GEEN XENOFOBIE”.

“De jaarlijkse toestroom van alleen al veertigduizend gezinsherenigers is meer dan hun nieuwe woonbuurten op een beetje leuke manier kunnen verwerken. Voordat men daar aan welke vorm en mate van hun integratie kan toekomen, zal toch eerst de groei van hun aantal tot inpasbare proporties moeten worden beperkt. [..] Niet alleen over de gewenste mate van integratie maar zelfs over de inhoud van dat begrip zelf voert men een bittere discussie over de hoofden van de direct-betrokkenen.

“Het automatisme van de gezinshereniging maakt een bewust en menswaardig toelatingsbeleid voor de werkelijk ernstige gevallen (de politieke vluchtelingen) veel lastiger. De haast en de onmatigheid bij het nastreven van de multiculturele en multi-etnische samenleving leiden in de concentratiegebieden tot het tegendeel van het beleden ideaal.

Doorgaan met het lezen van “‘Multiculturele samenleving’ in 1991: Waar was Paul Scheffer?”

Commissie Wijffels anno 2001: De Kleine Aarde anno 1972.

Van: Robert van Waning
Verzonden: 30 mei 2001
Aan: Red Vkr Brieven

Geachte Redactie,

Het lijkt wel of de commissie Wijfels een paar oude exemplaren van het blad “De Kleine Aarde” uit 1972 heeft gevonden en letterlijk overgenomen. De aanbevelingen klinken bekend in de oren van de mensen die in al die jaren tevergeefs hebben geprobeerd om overheid, politiek, het agrarisch bedrijfsleven, media en met name de Coöperatieve Raiffeisenbank (de latere Rabo van Wijffels) ervan te overtuigen dat men met de industriële landbouw en veeteelt op de verkeerde weg was en dat deze ontwikkeling tot rampen zou leiden.

Ruim dertig jaar lang heeft niemand die er iets tegen had kunnen ondernemen, willen luisteren. Ook media hebben tonnen koelhuisboter op hun hoofd. Daarom is het ongepast dat de Volkskrant nu zo’n hoge toon aanslaat en de agrarische sector verwijt dat men niet heeft geluisterd naar kritiek. Hoe lang heeft het geduurd voordat deze krant zelf met die kritiek is gekomen?

“Te lang zijn echte keuzes vermeden.”  O zeker, maar wanneer stond het voor deze krant vast welke keuzen men moest maken? Ook uw redactie heeft, net als de rest van het Nederlandse establishment, steeds ogen en oren gesloten gehouden voor de dringende waarschuwingen uit de hoek van de milieubeweging.

Doorgaan met het lezen van “Commissie Wijffels anno 2001: De Kleine Aarde anno 1972.”