‘Het geheim van Azië’ (9 nov 1993)

‘Het geheim van Azië’ (Commentaar NRC Handelsblad, 1 november 1993) bestaat uit een combinatie van milieuvernietiging, energieverspilling, onrechtvaardige arbeidsverhoudingen en slechte sociale voorzieningen.

Als de Aziatische tijgers dankzij de globalisering van economie en handel onvoorwaardelijk met de westerse economieën kunnen en mogen concurreren, dan zullen werkloosheid, milieuschade en geringe maatschappelijke solidariteit hun belangrijkste exportprodukt blijken te zijn.

Als met protectionisme bedoeld wordt het beschermen van moeizaam tot stand gebrachte maatschappelijke verworvenheden in westerse landen, dan is daar veel voor te zeggen.

Doorgaan met het lezen van “‘Het geheim van Azië’ (9 nov 1993)”

Is dit de Hemel of de Hel?

2015-09-24 19.23.07 2015-09-24 19.21.49

Toen de Amstelveense wethouder Maaike Veeningen (D66) op 24 september 2015 pleitte voor verdere groei van Schiphol, zag de hemel er uit als de hel. Dit effect was veroorzaakt door het vliegverkeer. Het zou een waarschuwing moeten zijn, maar die wordt door politici, bestuurders en journalisten genegeerd.

Verdere groei van Schiphol zal niet alleen leiden tot nóg meer herrie en luchtvervuiling in de omgeving van het vliegveld, maar het zal bovendien bijdragen aan nóg meer vliegtuigsmog. Dit soort bewolking wordt door weerkundigen ‘sluierbewolking’ of ‘hoge bewolking’ genoemd om de onnatuurlijke oorzaak te versluieren.

'Milieuschade olieramp erger dan gedacht.'

Nee, dat stond vandaag (nog) niet in de krant, maar pas over een paar maanden of misschien zelfs jaren. Voorlopig wint de pr van BP het nog van journalistieke onafhankelijkheid, gezond wantrouwen, wetenschappelijke waarschijnlijkheid en gezond verstand.

Op de voorpagina van de Volkskrant van vandaag (5/8) stond dus wel:

‘Milieuschade olieramp beperkt’. 

Volgens Michael Persson, wetenschapsredacteur van de Volkskrant, lijkt de mileuschade van de olieramp in de Golf van Mexico dus juist mee te vallen. Hij schrijft: “Al driekwart van alle gelekte olie is weg, schrijven Amerikaanse onderzoekers in een woensdag verschenen overheidsrapport.”

Op onze wereld raakt nooit iets weg of kwijt. Alles wat op de ene plek (schijnbaar) verdwijnt, komt altijd weer terug, al of niet herkenbaar, al of niet op dezelfde plaats en al of niet in dezelfde samenstelling en vorm. Dit geldt voor alles wat mensen’weggooien’ op de grond, lozen in het oppervlaktewater of uitstoten in de lucht of op willekeurig andere manier denken te verwijderen.

Doorgaan met het lezen van “'Milieuschade olieramp erger dan gedacht.'”

MobiMeter maakt automobilisten bewust van ALLE kosten van IEDERE kilometer. 'Gratis' tanken.

Teneinde mensen voortdurend volledig bewust te maken van álle kosten die gemoeid zijn met de kilometers die zij gemotoriseerd afleggen, moet iedere vorm van éénmalige betaling (vooraf of achteraf) worden afgeschaft., dus niet alleen de bvb en de motororijtuigbelasting etc., maar ook ook het tanken.

Omdat door de automobilist geen direct verbad wordt ervaren tussen tussen de prijs van een volle tank benzine, diesel of LPG en het feitelijke rijden (zeker niet als voor het tanken met pinpas, creditcard of benzinepas-van-de-zaak wordt betaald), moet er ook voor het tanken worden betaald op een worden op een manier die de automobilist VOORTDUREND confronteert met de VOLLEDIGE kosten-per-kilometer.

De brandstof moet dus niet worden betaald op het moment dat men tankt, maar worden door een ‘MOBIMETER’ berekend tijdens het rijden. De benzinestations declareren de door hen geleverde brandstoffen bij MOBICOST.NL, een (semi)overheidsinstantie.

Doorgaan met het lezen van “MobiMeter maakt automobilisten bewust van ALLE kosten van IEDERE kilometer. 'Gratis' tanken.”

Fossiele bouwstoffen zijn te nuttig te kostbaar om als 'fossiele brandstoffen' op stoken.

‘Fossiele bouwstoffen’ zijn veel te nuttig, te schaars en te kostbaar om nog verder als ‘fossiele brandstoffen’ op te stoken.

Vanaf nu zou er eigenlijk alleen nog over ‘fossiele bouwstoffen’ gesproken en geschreven moeten worden.

Mensen gaan dan hopelijk beter beseffen hoe zonde én schadelijk het is om die prachtige, kostbare, miljoenen jaren oude, eindige en moeilijk vervangbare fossiele stoffen in luttele jaren op te stoken ten behoeve van de meest onzinnige doeleinden, terwijl wij en onze nakomelingen er zo veel nuttiger dingen mee kunnen doen.

Bruggen bouwen, bijvoorbeeld, of daken van maken. En spaarbekkens, waterleidingen, zonnecollectoren, windmolens, rioleringen, schepen, visnetten, fietsen, kleren, geneesmiddelen, et cetera.

Allemaal dingen die zo veel nuttiger zijn dan al die onzinnige mobiliteit waaraan de meeste olie nu aan wordt verspild en die ook nog eens de lucht vervuilt en overal herrie maakt.

‘Fossiele brandstoffen’ heten vanaf nu FOSSIELE BOUWSTOFFEN!

Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (Deel 2)

De homo economicus van Frankenstein
De homo economicus is een personage uit de economische mythologie en bestaat in werkelijkheid niet. Hij is, net als het monster van Frankenstein, een laboratoriumprodukt, een mythisch, kunstmatig geconstrueerd wezen dat zelfs zijn eigen schepper bedreigt zodra het een eigen leven mag gaan leiden.

Het even mythische begrip ‘economische gemeenschap’ houdt ook een ontkenning in van het verschil tussen fictie en werkelijkheid. Het adjectivum ‘economicus’ duidt op een bepaald aspect van het menselijk handelen: zijn wens om zo min mogelijk offers te hoeven brengen bij streven naar de bevrediging van zijn materiële behoeften. Het besef dat het hier niet gaat om de gehele mens maar om dat deel van hem dat met materiële zaken tevreden is te stellen, is nog wel aanwezig.

De kennis van het begrip ‘gemeenschap’ is echter inmiddels zo gebrekkig geworden, dat men zich bijna niets completers meer kan voorstellen dan een ‘economische gemeenschap’. Het is een pars pro toto geworden en tegelijk een eufemisme dat moet verhullen dat de sociale, morele, ideële, culturele en alle andere aspecten van de gemeenschap door het economische worden verdrongen. Economie was oorspronkelijk een instrument van de gemeenschap, maar nu is de gemeenschap een instrument van de economie geworden.

De gemeenschap, de community, is voor de mens (en vele andere aardse levensvormen) een belangrijker gegeven dan voorstanders van een puur economische politiek bereid zijn om toe te geven. Na voldoende water, voedsel, gezondheid en familie is het misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor menselijk welzijn. Alleen in een bekende en vertrouwde omgeving kan een mens in harmonie leven, wonen, werken en rusten op een wijze die een gevoel van welbevinden geeft.

Doorgaan met het lezen van “Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (Deel 2)”

Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (1)

 

Voorwoord

De eerste versies van dit verhaal schreef ik in 1992. Toch is het nog in veel opzichten actueel. In sommige opzichten misschien nog wel meer dan veertien jaar geleden, toen Frits Bolkestein mij vroeg om eens een verhaal over communitarianism te schrijven. Ik was met hem in contact gekomen naar aanleiding van mijn brief ‘Onvrede over onbeheerste groei is geen xenofobie’ die NRC Handelsblad in september 1991 nogal prominent had afgedrukt. Tien jaar voordat Paul Scheffer het debat hierover zou ‘starten’, beschreef ik in die brief de maatschappij-ontwrichtende werking van het multiculturalisme: ‘Hele stadswijken worden geofferd op het altaar van het multiculturalisme, een restant van het maakbaarheidsgeloof’. Ik pleitte voor het behoud van een overkoepelende (en dus gemeenschappelijke) samenlevingscultuur als maatschappelijk richtsnoer én sociaal bindmiddel, ook in een modern land als het onze. De dag nadat die brief in de NRC had gestaan, werd ik gebeld door de secretaresse van Bolkestein: Hij wilde mij graag spreken. Wij hebben een paar gesprekken gehad in de lobby van het Amsterdamse Hilton Hotel. Hij vroeg toen of ik eens een verhaal wilde schrijven over ‘communitarianism’. Dat heb ik geprobeerd, maar gaandeweg werd het steeds meer een verhaal tégen ‘mondialisering’ (ten onrechte ook wel ‘globalisering’ genoemd). Die opvatting sprak Frits Bolkestein een stuk minder aan, en wij hebben sindsdien geen contact meer gehad.

Amstelveen, 30 november 2006.


Economie, de schaarsmaker

Gemeenschappen worden schaars in een maatschappij die kleine en grote gemeenschappen en hun onderlinge verbanden uitkleedt tot op hun louter economische functies. De mens mag dan van oorsprong een vrij sociaal wezen zijn, de homo economicus , inmiddels onderwerp van alle aandacht en beleid, is dat bepaald niet.

De kapitalistische consumptie-economie heeft geen boodschap aan gemeenschappen, alleen aan markten. Schaarste aan gemeenschapszin is dan ook niet slechts een onbedoeld neveneffect van een consequent doorgevoerd beleid dat gericht is op de optimalisatie van een vrije kapitalistische markteconomie, maar juist een produkt daarvan, net zoals bijvoorbeeld schaarsten aan andere waarden zoals natuur, schoon water, vruchtbare bodem, stilte etc. De markteconomie vereist dat alles een prijs heeft. Die marktprijs reflecteert echter de huidige schaarste, niet de toekomstige. Wat nog niet schaars lijkt, heeft geen prijs en kan dus onbegrensd worden verspild en vervuild.

Doorgaan met het lezen van “Een gemeenschap (‘community’) is méér dan een markt. (1)”

Wie wil vliegen zonder schuldgevoel, moet thuisblijven.

Suzanne Weusten besprak in de rubriek Tijdschriften (VK, 22/11 jl) het blad Goodies. Dat heeft als thema ‘de nieuwe mens’ die graag wil genieten zonder schuldgevoel. Daar is echter helemaal niets nieuws aan. Die wens is immers al zo oud als het leven op aarde. Of in ieder geval zo oud als de zondeval. Zelfs een hond kijkt schichtig als-ie een biefstuk van het aanrecht gejat heeft.

Net als bij die hond staat menselijk ‘schuldgevoel’ voornamelijk in verband met de straf die de vorige keer volgde op een soortgelijke gedraging. De redactie van Goodies wil vliegen graag straffeloos maken, zodat bij de lezers gaandeweg ook het schuldgevoel zal verdwijnen: Vlieg maar raak, desnoods drie keer per jaar een heel eind weg. De aardige jongens en meisjes van Goodies zullen graag voor jullie leuke verre bestemmingen uitproberen op kosten van de reisorganisaties en vliegmaatschappijen!

De luchtvaartindustrie mag niet klagen over deze steun uit journalistieke hoek, maar is dit wel in overeenstemming met normen van onafhankelijkheid en objectiviteit waar hoofdredacteur Pieter Broertjes zich zo graag op beroept? En hoe zit het met de waarschuwingen en aanbevelingen van Al Gore, die Engelse econoom (!) Nicholas Stern, alle wetenschappers van het IPCC en niet te vergeten Kofi Anan?! Laat Suzanne Weusten zich niet voor een paar karretjes tegelijk spannen, namelijk die van de luchtvaartlobby en die van de mensen die met Goodies een vette winst plus gratis vliegreizen willen verdienen?

Doorgaan met het lezen van “Wie wil vliegen zonder schuldgevoel, moet thuisblijven.”

'Sportieve rijder' hoort aan de schandpaal, ipv met lauwerkrans op een troon.

Caspar Janssen vroeg afgelopen zaterdag (22/4) in zijn rubriek ‘Gesnapt’ aan Patrick Boin of hij het ‘type sportieve rijder’ was.

In kringen van autoverkopers en -journalisten geldt ‘sportief rijden’ als een aanbeveling. Je kent die teksten wel in autobladen en pagina’s:  ‘Je kunt met dit karretje lekker gooien en smijten.’ ‘Je kunt deze straatracer als een kart de bocht om gooien.’ ‘Met onze sportieve rijstijl kwamen wij op een verbruik van 1 op 7’.

Wandelaars, fietsers, spelende en schoolgaande kinderen (en hun ouders!) en buurtbewoners kijken daar echter heel anders tegenaan. Voor hen is zogenaamd ‘sportief rijgedrag’ vooral gevaarlijk, hinderlijk, lawaaiig en asociaal.

‘Sportief rijgedrag’ onderscheidt zich namelijk van normaal rijgedrag door (te) hard optrekken, (te) hard rijden, (te) weinig afstand houden, (te) veel inhalen, (te) snel bochten nemen en (te) laat remmen. In de praktijk is ‘sportief rijgedrag’ dus niet te onderscheiden van agressief rijgedrag. En andersom. Het zou dus hard moeten worden aangepakt in plaats van gepropageerd door autobranche en -journalistiek.

De auto-industrie heeft vrijwel de volledige winst van de evolutie van auto- en motortechniek ten goede laten komen aan ‘sportiviteit’, in plaats van aan zuinigheid, besparing van fossiele brandstoffen, milieu-vriendelijkheid en maatschappelijk verantwoord rijgedrag.

Doorgaan met het lezen van “'Sportieve rijder' hoort aan de schandpaal, ipv met lauwerkrans op een troon.”

Schiphol: Zonder herrie, stank en roet was er ook geen wantrouwen.

Volgens Wim Derksen en Jan Nekkers is geluid niet het grootste probleem van Schiphol, maar wantrouwen. (VK, 11/4 jl)  En volgens mij is een drogredenering een verhaal dat bedrieglijk waar lijkt.

De luchtvaartsector is bedreven in verhullend taalgebruik. Dit versluiert alles wat een bedreiging kan vormen voor de winstcijfers. Denk maar aan luchtvaartsmog die ‘sluierbewolking’ wordt genoemd, en waakhonden die in de persberichten bordercollies heten. Zo gaat het rondom Schiphol dus helemaal niet om ‘de eeuwige strijd tussen economie en ecologie’ maar om de keuze tussen stilte of herrie, gezonde of ziekmakende lucht, bloemengeur of kerosinestank, vogelgezang of vliegtuiggeraas, plezier of ergernis, tevredenheid of teleurstelling, zijn of gaan, hebben of verlangen, leefbaarheid of het gemis daarvan en dus tussen geestelijk welzijn of materiële welvaart.

Zonder al die herrie, roetaanslag en stank was er ook geen wantrouwen, dus laten de heren de zaken niet omdraaien. Daar worden zij misschien wel voor betaald, maar dan moeten zij zich in hun keuze tussen geweten of geld maar eens laten leiden door hen wier wensen telkens door het geraas van vliegtuigmotoren en van belangenbehartigers worden overstemd.