Lezer Dr. Jan Berden uit Abcoude schreef aan de hoofdredacteur van NRC Handelsblad:
“Ik moet steeds constateren dat de media er op uit zijn de overheid in een kwaad daglicht te stellen. Helaas zie ik steeds vaker dat ook deze zogenoemde kwaliteitskrant met de meute meedoet. Waar blijft uw journalistieke verantwoordelijkheid?”
(De lezer schrijft, 19/11 jl)
Hoofdredacteur Jensma antwoordde in zijn rubriek: “Ik kan me daar niet in vinden.”
Einde discussie? Ja, want journalisten discussiëren niet. Het is al heel wat als zij überhaupt reageren. Een politicus of bestuurder zou hier natuurlijk nooit mee wegkomen. Voor de journalistiek gelden in onze democratie echter andere regels. De belangrijkste is: Wij bepalen zelf onze regels, voorwaarden en verantwoordelijkheden. En: Wij hoeven tegenover niemand verantwoordelijkheid af te leggen, behalve misschien soms tegenover onze collega’s als die zo dom en oncollegiaal zijn om hun eigen nest te bevuilen.
Verslaggevers (verouderd begrip, trouwens) Philippe Remarque en Raoul du Pré schreven in de Volkskrant van 19 november jl) een groot artikel over ‘Het probleem van Den Haag’. De Groningse geschiedfilosoof Frank Ankersmit zegt daarin dat de democratie een grote beurt moet hebben. ‘De democratie’, dat zijn dan natuurlijk de politiek, de staat, de bestuurders en de politieke partijen. De burgers spelen kennelijk geen rol en de journalistiek is een verhaal apart. Maar is dat wel zo?
Als Minister van Staat en oud-VVD-bewindsman Mr. Frits Korthals Altes denkt dat dat de oorzaak van de identiteitscrisis deels bij het medium televisie ligt, omdat dit de politiek ‘steevast met een zekere geringschatting’ benadert, is dat dan inderdaad een mening die de twee Volkskrantjournalisten verder rustig buiten beschouwing mogen laten? Als hij zegt dat uitlatingen van politici al twintig jaar lang door Den Haag Vandaag op neerbuigende toon in twijfel worden getrokken, dan is dat dan niet op zichzelf al een paginagroot artikel waard?
Als minister Donner (volgens mij de beste minister van Justitie die ons land maar kan wensen) op zijn heldere en precieze manier zijn zorg uitspreekt over de retoriek van de televisie, over het feit dat politieke beeldvorming machtiger blijkt dan politieke feiten en over het bewust door de journalistiek geschapen beeld van een voortdurend blunderend openbaar bestuur, dan weet iedere burger/lezer/kijker/luisteraar toch dat DÍT het werkelijke probleem van onze democratie is?
Maar de journalisten laten deze even rake als zorgwekkende constateringen verder voor wat zij in hun ogen kennelijk zijn: Het geweeklaag van een bedreigde kaste die treurt over haar verloren machtspositie en ‘de media’ daarvan zoals gewoonlijk de schuld geeft. Hun conclusie na een lang verhaal is dat ‘de nationale politiek’ zichzelf een nieuw elan moet aanmeten. Volgende onderwerp!
Als een weledelzeergeleerde lezer als Dr. Jan Berden uit Abcoude dus iets schrijft wat de meeste politici en bestuurders (als zij het lef hebben) en ook de meeste burgers (als zij de gelegenheid krijgen) zouden willen beamen, dan mag de simpele afwijzing door een hoofdredacteur dus niet het einde van een discussie betekenen, maar juist het begin.
Wij zijn er klaar voor.
Ik vraag mij inderdaad af waarom een hoofdredacteur überhaupt op zo’n ingezonden brief reageert als hij het de moeite van een discussie niet waard vindt. Beseft hij zelf niet dat zijn antwoord hoogst onbevredigend is? Toont Jensma zijn megalomane aard? Is dat het geheim van hofdredacteur zijn (en blijven)?
…Is er ook ergens een Journalistenschool voor verlegen tiepjes zoals ik?
@Willem van Deursen
Zo’n rubriek als van VK-Ombudsman en van Jensma in de NRC heeft vaak het karakter van een verklaring, verdediging of rechtvaardiging van redactioneel beleid. Standpunt en belang van de lezer leggen het dan vaak wéér af tegen die van de krant.
Jensma valt te prijzen dat hij met zijn eigen smoel in zijn rubriek figureert en soms althans probéért om met de lezer mee te denken. Hoofdredacteur Pieter Broertjes is veel schimmiger. Meer een ‘Prince of Darkness’. Ik heb mij wel eens afgevraagd of hij echt bestáát. Hij waakt er in ieder geval voor om zich kwetsbaar op te stellen.
Wat je vraag betreft: Verlegen tiepjes mogen best naar de School voor de Journalistiek, maar zij moeten wel héél erg goed zijn om ondanks hun ‘handicap’ aan de bak te komen in medialand.
Iets anders: Heb je gezien dat Bogaerts een voorbeeld van die lastige
Ik lees die rubriek van Jensma ook wel eens, d.w.z. de brief van de lezer aan de hoofdredacteur. In het antwoord van Jensma verdwaal ik altijd. Hij heeft altijd gelijk, krijgt meer ruimte om zijn mening kwijt te kunnen, heeft het laatste woord. Jammer van die rubriek, want van een discussie met de lezer is geen sprake.
@Albert van der Vliet
Heel juist. Schrijf dat ook eens aan Jensma. Misschien heb je dat al eens gedaan, want ik breng jouw naam in verband met het toenemend verzet tegen journalistieke vormen van machtsmisbruik. Heel goed. Wat we nodig hebben is een leger van Don Quichotes!