Wet Openbaarheid Media als bijprodukt van de Irak-enquête?

Als het gaat om het herstel van het vertrouwen van de burgers in de werking van de democratie, dan is er meer nodig dan politieke waarheidsvinding, verantwoording en eventueel boetedoening inzake de politieke steun die Nederland heeft gegeven aan de oorlog van Bush en Blair in Irak.

Het was immers niet alleen de politiek die destijds op die oorlog aanstuurde. Zoals altijd blijft er weer één invloedrijke speler in het democratische krachtenveld buiten schot: De journalistiek, de grootste leverancier van informatie én opinies.

Uit dit onafwendbare onderzoek kunnen niet alleen politieke lessen getrokken worden, maar ook journalistieke.   Een overzicht van de bijdragen van journalisten, columnisten, commentaarschrijvers, ‘journalitieke’ analysten en auteurs van opinie-artikelen waarin de geesten van de Nederlandse burgers rijp worden gemaakt voor Nederlandse steun voor de oorlog in Irak (die begon met de plaatsing van raketten in Turkije), zou in dit verband nuttig zijn.

Veel van diezelfde journalisten sturen op dit moment namelijk aan op een aanval op Iran. Misschien kan dankzij dit onderzoek een nog veel grotere catastrofe dan Irak worden voorkomen.
Doorgaan met het lezen van “Wet Openbaarheid Media als bijprodukt van de Irak-enquête?”

Die stinkende schoen past alleen Arie Elshout zelf.

De Irakezen zijn schuldig aan het geweld dat zij elkaar aandoen. Dat is althans de mening van Arie Elshout, huisdealer van Bushdoctrines bij de Volkskrant. De door Elshout vaardig geformuleerde opvatting is geheel in lijn met de verdoezeling door deze krant van alles wat er zo duidelijk mis gaat in het Midden-Oosten, maar wat wij toch heus anders moeten zien. Desnoods met oogkleppen.

In verband met mijn verbanning die ondanks de onrechtmatigheid ervan en ondanks alle inspanningen en toezeggingen van de Ombudsman maar niet wordt opgeheven, kan ik niet op de column van Arie Elshout reageren op de daartoe geëigende plaats, de reactieruimte. Daarom doe ik het maar in dit notitieboekje dat niet bepaald een openbare plek is voor publiek debat over maatschappelijke en politieke kwesties. Terwijl de journalistiek het maatschappelijk forum voor politiek debat domineert door het te monopoliseren, krijgen burgers weblogs om ze bezig en dus zoet te houden.

Hierbij de reactie die natuurlijk thuishoort op hetzelfde forum als waarop Arie Elshout zijn enormiteiten mag en kan uitkramen:

Doorgaan met het lezen van “Die stinkende schoen past alleen Arie Elshout zelf.”

Misleidende koppen en weggelaten zinnen onthullen geheime agenda.

‘Angst voor Iran bracht Arabieren naar Annapolis,’ meldt de kop van een artikel in de Volkskrant van vandaag (28 nov). Dit blijkt geen betrouwbare weergave van de strekking van het oorspronkelijke verhaal uit The New York Times.

De Volkskrant shopt graag selectief bij de grote Amerikaanse collega en zielsverwant, omdat daarin nog wel eens goed nieuws uit het Midden-Oosten te vinden is. Zo was ook het verhaal van verleden week dat 20.000 Irakezen (een half procent (no less!) van de ruim vier miljoen verdreven en gevluchte Irakezen) op dit moment weer naar huis gaat, afkomstig van de Amerikaanse collega’s. In bewerkte vorm, natuurlijk, want dat van die 4 miljoen was weggehaald uit de oorspronkelijke tekst omdat de lezers van Volkskrant daar kennelijk niet aan herinnerd mochten worden.

Ook dit keer loonde het weer de moeite om het oorspronkelijke artikel te lezen:

Doorgaan met het lezen van “Misleidende koppen en weggelaten zinnen onthullen geheime agenda.”

De Volkskrant weet wel raad met slecht nieuws: Verwijderen, filteren, censureren, manipuleren, etc.

“Wie weet raad met iets beter nieuws uit Irak?” vroeg VK-columnist en -commentator Paul Brill zich af in zijn column van 22 nov jl.  De dag ervoor had de Volkskrant namelijk goed nieuws uit Irak gemeld door een artikel uit The New York Times van 20 nov. over te nemen. Niet integraal, natuurlijk, want er stond ook slecht nieuws in het artikel van Damien Cave en Alissa J. Rubin.

Zo bleek uit de oorspronkelijke zin waarin de NYT-verslaggevers schrijven over de 20.000 inwoners van Bagdad die naar hun eigen huis zijn teruggekeerd een belangrijk tussenzinnetje te zijn weggehaald, namelijk ‘[this is] a fraction of the more than 4 million who fled nationwide“. Kennelijk paste dit tragische gegeven niet in het goede nieuws dat de Volkskrant graag over Irak wil brengen.

Bij de Volkskrant weet men dankzij Paul Brill en zijn medestanders wel raad met goed nieuws uit Irak..

Doorgaan met het lezen van “De Volkskrant weet wel raad met slecht nieuws: Verwijderen, filteren, censureren, manipuleren, etc.”

Irak: Goed nieuws is belangrijker dan betrouwbare berichtgeving.

‘Overwinning op de angst en terreur” en ‘Voorzichtige terugkeer van ontheemden’ meldden de koppen boven een ‘reportage’ die de Volkskrant op 21 november jl (gedeeltelijk) had overgenomen van een artikel uit The New York Times van 20 november jl.

De teneur van het artikel was al meteen duidelijk: Het gaat goed in Irak, en de voorstanders van de invasie (zoals de adjunct hoofdredacteur en een paar redacteuren, columnisten, commentatoren en correspondenten) hebben dus tóch gelijk gekregen.

Dat is goed nieuws met het oog op de voorgenomen oorlog tegen Iran, waartoe nu de geesten van Volkskrantlezers rijp worden gemaakt door o.a. VK-columnisten John Vinocur en Paul Brill.  Volgens deze heren is de keuzen nu tussen ‘bommen vóór Iran of bommen óp Iran’. Zij geloven nog steeds in ‘militaire oplossingen’. Logisch, met al dat goede nieuws uit Irak, Palestina en Uruzgan.

Doorgaan met het lezen van “Irak: Goed nieuws is belangrijker dan betrouwbare berichtgeving.”

Iran: Lees svp naast de Volkskrant ook minder oorlogszuchtige kranten!

VK weblog ‘Donqui’ 13 feb 2007
(opgeheven en verdonkeremaand door de Volkskrant)

De mogelijkheid dat bommen in Irak van Iraanse makelij zijn, vond de Volkskrant belangrijk genoeg om alle journalistieke principes voor opzij te zetten en het betreffende AP-bericht op 12/2 jl te publiceren: “Doden in Irak door bommen Iran,” meldde de kop boven het bericht, dat begon met: “Geavanceerde explosieven van Iraanse makelij hebben de afgelopen tweeëneenhalf jaar aan zeker honderdzeventig Amerikaanse militairen in Irak het leven gekost.”

Dat is natuurlijk vreselijk, maar hoe ‘zeker’ is informatie van anonieme verslaggevers die het hebben gehoord van anonieme defensiefunctionarissen? Zegt er dan niemand van de eindredactie: ‘Jongens, wij kunnen dit niet plaatsen zolang het niet minstens door één gezaghebbende (liefst onafhankelijke) bron is bevestigd’? Of valt dit soort berichtgeving geheel onder verantwoordelijkheid van een inmiddels geheel gemobiliseerde Oorlogsredactie die volledig de vrije hand heeft voor dit soort agitprop tegen Iran?

Het bericht in de VK van 12/2 viel op door de geringe moeite die was gedaan om de informatie geloofwaardigheid te maken. Zodra het over Iran gaat, vindt men dat kennelijk niet nodig. Demoniseren en oorlogshitserij vormen een geheel eigensoortig journalistiek genre waaraan nog minder eisen qua waarachtigheid en geloofwaardigheid worden gesteld dan aan columnisme. Alles is geoorloofd ten dienste van het hogere belang. Het gaat hierbij om overtuigingskracht, niet om objectieve en betrouwbare informatie.

Doorgaan met het lezen van “Iran: Lees svp naast de Volkskrant ook minder oorlogszuchtige kranten!”

Verdedigingsmuren staan om het eigen grondgebied en niet in andermans land, Arie Elshout.

“You need me on that wall!” riep een getergde kolonel Nathan Jessup (gespeeld door Jack Nicholson in de film ‘A few good men’) in de rechtszaal getergd tegen zijn aanklagers. Adjunct-hoofdredacteur en columnist (over belangenverstrengeling gesproken!) Arie Elshout citeerde deze woorden in de Volkskrant van 27/11. En daar had hij gelijk in, want zonder moedige soldaten hebben legers en verdedigingsmuren inderdaad weinig effect en dus geen zin. Iemand moet het risicovolle werk met gevaar voor eigen leven willen opknappen.

Alles goed en wel, Arie Elshout, maar is het niet erg kolonialistisch en imperialistisch om westerse verdedigingsmuren dwars door Irak, Afghanistan, Iran, Syrië, Libanon, Palestina en Noord-Korea te laten lopen? Aanval is vaak de beste verdediging, maar er zijn grenzen die het verschil bepalen tussen offensief en defensief en dus tussen een aanvalsfront en een verdedigingsmuur.

Kolonel Nathan Yessup wordt uiteindelijk veroordeeld voor overschrijding van wettelijke, morele en functionele grenzen.

Partijdige journalistiek manipuleert de werkelijkheid in woord én beeld.

Fotograaf Hans Aarsman reageerde vanochtend (15 aug.) op het artikel van mediaprofessor Henri Beunders in de Volkskrant van 14/8 jl. Diens verhaal kwam er kortweg op neer dat fotografen met islamitische namen hun foto’s altijd zodanig bewerken dat zij de opvattingen van de makers bevestigen en hun politieke doelstellingen ondersteunen.

“Ideologische vooringenomenheid belemmert nog steeds een professionele werkwijze,” schreef Beunders. Zijn verdachtmakingen bleven ongefundeerd en waren dermate generaliserend en stigmatiserend van aard dat ik verbaasd was door de publicatie ervan in de Volkskrant.

Toch ben ik het eens met wat hij schreef. Echter niet met betrekking tot over islamitische fotografen (daar heb ik geen kijk op), maar over Nederlandse en Amerikaanse verslaggevers, redacteuren, commentatoren en presentatoren, zodra het over het Midden-Oosten gaat. Dit is in de afgelopen maand weer pijnlijk duidelijk geworden. De oorlog tussen Israël en Hezbollah kent geen neutrale partij, met dien verstande dat wie kritisch staat tegen de ene partij daarmee niet per definitie vóór de andere partij is.

Islamieten lijken nu voor veel Nederlandse publicisten de rol te vervullen die joden destijds hadden voor de nazi’s: Verantwoordelijk voor alle denkbare en ondenkbare kwaad, en vogelvrij voor de meest vuige beschuldigingen.

Doorgaan met het lezen van “Partijdige journalistiek manipuleert de werkelijkheid in woord én beeld.”