Aan: ANWB
Verstuurd op: 20 april 1999
Geachte Redactie,
De ANWB wil een einde maken aan agressie in het verkeer. Hoe onderscheidt men agressie echter van sportief rijgedrag? Dit wordt immers gepropageerd door de autobranche, bijgestaan door de autojournalistiek? Beide rijstijlen zijn te herkennen aan snel optrekken, hard rijden (scheuren), flitsend bochtenwerk, weinig afstand en de telkens fel en geïrriteerd opvlammende remlichten.
Voor medeweggebruikers bestaat er in ieder geval geen verschil. Zowel agressief als sportief rijgedrag is irritant, lawaaiig, gevaarlijk, verspillend en hoogst schadelijk voor gezondheid, milieu en economie(vanwege alle files die na aanrijdingen ontstaan). Toch mag sportief rijden wél van ANWB, VVN, BOVAG en RAI, en agressief rijden niet. Het verschil zit volgens hen in die middelvinger. Dat is natuurlijk onzin.
Het gaat om de manier waarop je rijdt en de gevolgen die dit heeft voor medeweggebruikers: Kinderen, wandelaars, fietsers en omwonenden (lawaai).
Geen rekening houden met anderen is een vorm van agressie. Sportief autorijden buiten de daartoe bestemde circuits is een verspillende en schadelijke vorm van egoïsme waarvoor in Nederland geen plaats meer is.
De autoweg is geen sportveld. Naarmate meer ongelukken en files ontstaan als gevolg van aanrijdingen, kunnen autowegen steeds minder hun infrastructurele functie vervullen.
Doorgaan met het lezen van “‘Agressie’ in het verkeer is juist heel ‘sportief’.”