Het Nederlandse pensioenstelsel werd m.i. ten onrechte altijd geroemd als het beste in de wereld. Daarom werd er nooit echt kritisch naar gekeken, want beter dan best hoefde nu ook weer niet. Berichten over fondsen die niet aan al hun verplichtingen kunnen voldoen, leiden er gelukkig toe dat sommigen zich afvragen of het stelsel zélf eigenlijk wel deugt. Die vraag heb ik herhaaldelijk gesteld, getuige onderstaande greep uit (voornamelijk vergeefse) brieven.
From: Robert van Waning
To: Adriaan Hiele, NRC Handelsblad
Sent: Friday, February 01, 2002 12:50 PM
Subject: Kale kikker kan geen rente betalen, en pensioensysteem kost veel koffie
Geachte heer Hiele,
Over het Nederlandse pensioensysteem ben ik minder positief dan velen.
Het gildegewijze pensioensysteem is in strijd met flexibilisering. Nu arbeid steeds flexibeler wordt, blijft het systeem van pensioenopbouw daarbij achter. Flexibilisering van arbeid betekent nu nog dat dat voor al die vrijheid in keuze van baan en carrière een hoge prijs betaald moet worden met een tegenvallende pensioenuitkering. Een groot deel van de premies is opgegaan aan de kosten van overheveling van het ene pensioenfonds naar het andere.
Bedrijfstakgewijze pensioenopbouw is uit de tijd. Het systeem heeft geen band meer met de werkelijkheid. Mensen blijven tegenwoordig niet meer hun hele leven werkzaam in dezelfde bedrijfstak.
Een graficus die eerst een paar jaar bij een drukkerij werkt, vervolgens bij een uitgever en bij en bank om het huisorgaan te verzorgen, heeft al een pensioenbreuk. Een juridisch econoom die eerst beleidsmedewerker op een ministerie is, daarna bij een milieustichting in dienst komt, vervolgens directeur is van een watersportbedrijf, daarna van een stichting die traditionele zeiljachten verhuurt en die uiteindelijk vijftien jaar zelfstandig automaqtiseringsadviseur is, heeft ook een pensioenprobleem. (Deze ‘carrière’ is autobiografisch. Geen pensioen dus, afgezien van die fl 400,- per jaar van het ABP en fl 800,- per jaar van de DETAM.).
De branchegebondenheid van pensioenopbouw is uit de tijd van de ambachten en categorale vakbonden. Pensioenen moeten worden weggehaald uit de sfeer van vakbondsbestuurders en andere beroepsvergaderaars die meer geïnteresseerd zijn in presentiegelden dan in de belangen van mensen die korte tijd in hun branche hebben gewerkt.
De pensioenuitkering is bestemd voor degene die daarvoor heeft gewerkt en gespaard. Nu dient een belangrijk deel voor de instandhouding van instituties die hun tijd hebben gehad.
Veel werk in het pensioengebouw heeft te maken met de bedrijfstakgewijze inrichting ervan. Hier liggen mogelijkheden van grotere efficiency en besparingen die de flexibiliteit en de hoogte van pensioenen ten goede kunnen komen.
In het artikel “Er ligt een gouden kans voor modernere sociale zekerheid” (Volkskrant, 13-01-00) werd vakbondsman Douma geciteerd. Hij had gezegd dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de individualisering vragen om een grondige vernieuwing, als de vakbonden maar kunnen blijven bestaan. Misschien moet juist het mes gezet worden in het aandeel van die verouderde vakbonden.
In Douma’s capuccino-model worden de verantwoordelijkheden evenwichtiger verdeeld tussen bonden, werkgevers en overheid. In dit rijtje komt de flexibele, individualistische werknemer en kleine zelfstandige helemaal niet voor! Dit is een typisch staaltje van ouderwets vakbondsdenken.
Niet de pensioengerechtigden, maar de bestuurders van al die versnipperde pensioenfondsen-oude-stijl hebben belang bij de status quo. Zolang de relatief kleine kliek van fondsbestuurders maar hun vergadergelden kunnen opstrijken zal men uit die hoek weinig vernieuwing en echte belangenbehartiging hoeven verwachten. De door pensioenbreuken, -gaten, -vereveningen etc. geplaagde werkers hebben weinig baat bij dit bedrijfstakgewijze pensioensysteem waarin veel geld bestookt wordt in vakbondsgewijze vergadercircuits.
Coöptatieve fondsbesturen verspillen veel tijd en geld aan sectorgewijze reglementen en statuten die voortdurend gewijzigd moeten worden, en die geadministreerd moeten worden door fondsbeheerders die al die fondsen uit elkaar moeten zien te houden. Wat een bureaucratische verspilling!
Achmea adverteerde in mei vorig jaar met “Driekwart van alle werknemers heeft pensioengat.” Iets wat feitelijk een maatschappelijk schandaal is, staat zomaar lakoniek en langs-de-neus-weg in een advertentie van een bedrijf dat graag aan deze erbarmelijke situatie wil verdienen.
Hier is alleen nog maar sprake van werknemers, maar hoe hoog is het percentage pensioenbreukelingen onder alle Nederlanders van 55 jaar en ouder, inclusief de (kleine) zelfstandigen? Het heet dat Nederland op pensioengebied zijn zaakjes voor elkaar heeft, maar dit wordt door bovenstaande cijfers niet bevestigd.
Achmea heeft een ‘oplossing’ voor de werkgevers, jawel! Mede dankzij het nieuwe belastingstelsel wordt er dus voortgeborduurd op de geboortefout van het Nederlandse pensioensysteem. Werkgevers en vakbonden kunnen doorgaan met gebruiken van het pensioen als middel om werknemers aan zich te binden. Niet alleen krijgt de pensioengerechtigde door allerlei breuken, hiaten, frictie-, structuur- en vergaderkosten een te laag pensioen, maar de flexibilisering van de arbeidsmarkt is ook niet met dit systeem gebaat.
Waarom horen wij zo weinig die andere kant van de Nederlandse pensioenverhaal?
Van: Philip Menco
Verzonden: dinsdag 1 oktober 2002 21:37
Aan: Robert van Waning
CC: ‘Parool’
Onderwerp: uw reactie aan de redactie Het Parool
Geachte heer Van Waning,
De financiële redactie van Het Parool zond mij uw brief naar aanleiding van het artikel over pensioenfondsen door. Graag wil ik u daarop een reactie geven.
In de eerste plaats spijt het mij voor u zeer dat u zo’n mager pensioen wacht. Doordat tot voor enkele jaren de overdracht van pensioenen nauwelijks geregeld was en u bovendien nogal wat omzwervingen in uw arbeidzame leven heeft gemaakt, valt u zo te zien behoorlijk tussen wal en schip. Daar staat wel tegenover, dat u waarschijnlijk zelf ook weinig pensioenafdrachten heeft gedaan.
De overdracht van pensioenrechten gaat inderdaad veelal gepaard met verlies aan opgebouwd vermogen. Nieuwe werkgevers zijn doorgaans niet bereid om de zogeheten backservice over het reeds opgebouwde pensioen te verlenen. Dit komt er op neer, dat een salarisverhoging niet automatisch leidt tot een aanpassing van de opgebouwde pensioenrechten uit het verleden. Dat is vervelend, maar ook wel begrijpelijk, want dit soort voorzieningen kost verschrikkelijk veel geld en kan ook niet door de pensioenfondsen alleen gedragen worden.
In het algemeen geldt dat mensen pas op latere leeftijd over hun pensioen gaan nadenken. Daarvoor is het of een vanzelfsprekendheid, dan wel iets waar niet over wordt gedacht. “Dat komt wel een keertje”. Helaas is het tegen die tijd een heel stuk duurder.
Ten aanzien van de bestuurders van pensioenfondsen ben ik wat genuanceerder dan u. Inderdaad zitten er erg veel lieden in die besturen, die van toeten noch blazen weten. Ook de vakbeweging heeft overal een stevige vinger in de pap met vertegenwoordigers die enige bijscholing niet zou misstaan. Van binnenuit diverse pensioenfondsen kan ik u echter verzekeren, dat die besturen niet alleen maar uit hun nek zitten te kletsen en presentiegeld opstrijken. Zeker de laatste jaren heeft een professionalisering plaatsgevonden. Het aantal deskundige bestuurders is duidelijk toegenomen, terwijl men ook steeds meer gebruik maakt van externe deskundigen in de besturen zelf en in beleggingscommissies. Bovendien krijgen steeds meer pensioenfondsen een eigen directie(kantoor) met deskundige mensen.
Ook ten aanzien van de kosten valt het erg mee. De meeste grote pensioenfondsen geven per jaar minder dan 0,1% van hun vermogen uit aan het besturen en administreren van het pensioenfonds. Dat is heel wat minder dan u als particulier bij de bank kwijt bent.
Gezien uw eigen slechte pensioenvoorziening kan ik me uw frustratie en ergernis goed voorstellen. Desalniettemin ben ik minder somber dan u over de kwaliteit van de Nederlandse pensioenfondsen. In de meeste andere landen is die voorziening nog veel slechter geregeld.
Van: Robert van Waning
Verzonden: dinsdag 1 oktober 2002 15:28
Aan: Radio1 KRO Opdemiddag
Onderwerp: Een helder en serieus pensioenverhaal. Wordt vervolgd?
Dat was een helder en serieus pensioenverhaal. De heer Van der Wind (?) kwam met ernstige verwijten aan het adres van de amateuristische fondsbesturen van werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers. Dat zijn mensen die elkaar voortdurend in allerlei overleg- en vergadercircuitjes tegenkomen (Hallo Piet. Hé Jan, hoe gaat het met je vrouw?) Zij houden meer rekening met elkaar dan met de belangen die zij moeten behartigen, in dit geval die van gepensioneerden. (Ik ben blij dat ik het zelf geregeld heb.)
Ik begreep niet waarom Liesbeth zo’n behoefte had om de heer Van der Wind (?) man steeds tegen te spreken. Kennelijk was zijn verhaal niet erg welgevallig. Die indruk had ik ook al eerder gekregen.
Van: Robert van Waning
Verzonden: donderdag 3 oktober 2002 16:00
Aan: Liesbeth van der Kruit (KRO, Radio 1)
Onderwerp: Pleidooi voor een nationaal fonds voor aanvullend pensioen
Op de Forumpagina van de Volkskrant van vanochtend (3/10/2) waarschuwt prof. Harry Verbon voor een faillissement van ons veelgeroemde aanvullend-pensioenstelsel. Verbon is hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit van Tilburg en weet waarover hij praat.
Verbon pleit voor een nationaal pensioenfonds dat door de overheid gereguleerd, en door banken en verzekeraars uitgevoerd zou kunnen worden. Dit zou de vele honderden pensioenfondsen nagenoeg overbodig maken. Dit alleen al spreekt mij aan, want al die fondsbesturen werken langs elkaar heen in hun streven naar eigen onmisbaarheid. Het is een circuit waarin vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in alle rust en gemoedelijkheid met elkaar kunnen smoezen zonder dat dit ooit tot arbeidsconflicten leidt.
Verbon’s voornaamste kritiek richt zich op het onbetaalbare eindloonstelsel, maar tussen de regels door lees je zijn scepsis over de wijze waarop overheid, werkgevers en vakbonden de verouderde en falende structuur van de pensioenfondsen om oneigenlijke redenen in stand proberen te houden.
Hun falend beleid is nu naar buiten gekomen omdat het gegok in de beurscasino de dekkingsgraad in de gevarenzone heeft gebracht. Als dit niet was gebeurd had men nog jaren kunnen doorrommelen zonder dat iemand zich had afgevraagd of ons pensioenstelsel wel zo goed is als betrokkenen steeds beweerden. ‘Het nadeel van de beursmalaise hep dus ook z’n voordeel.’
Van: Fortunis
Verzonden: vrijdag 4 oktober 2002 11:56
Aan: ‘Robert van Waning’
Onderwerp: RE: Nationaal fonds voor aanvullend pensioen
Geachte heer Van Waning,
Ik zie niets in uw nationale pensioenfonds. Daarvoor verschillen de belangen van werknemers in verschillende bedrijfstakken te veel. Die belangen komen tot uitdrukking in de verplichtingen van ieder fonds. Hieraan voorbijgaan is onverstandig en leidt per saldo tot een slechtere voorziening voor iedereen. Bovendien is mijn ervaring met het ABP – het één na grootste pensioenfonds ter wereld – dat een supertanker slecht te besturen valt, onderhevig is aan allerlei politiek en bovendien het risico loopt om de verkeerde kapitein en stuurman op de brug te hebben. Ik zou het volledige Nederlandse pensioenstelsel niet graag in handen van één team willen leggen.
Ten slotte geven uw opvattingen over de aandelenmarkt geen blijk van grote kennis dienaangaande. De aandelenmarkt is geen casino en beleggingsfondsen, die overigens ook in obligaties, vastgoed of noem maar op beleggen, zijn evenmin uitingen van speculatie. Over de afgelopen 200 jaar hebben aandelen gemiddeld zo’n 10% rendement per jaar opgeleverd, met grote uitslagen rond dat gemiddelde (standaard deviatie circa 21% voor een wereldwijd belegde portefeuille). Dat is heel wat meer dan obligaties of vastgoed. Aandelen als belegging zijn dus helemaal niet zo slecht. Sterker nog, ze maken het mogelijk om miljoenen mensen een uitstekend pensioen te geven in ruil voor een heel schappelijke jaarlijkse bijdrage. Zonder aandelen zijn pensioenen onbetaalbaar !!!
Van: Robert van Waning
Verzonden: zondag 13 oktober 2002 13:19
Aan: Redactie NRC Handelsblad
Onderwerp: Aan Mariël Croon (Pensioenen, n.a.v. Schraven en de vakbeweging, NRC 28-09-02)
Geachte mevrouw Croon,
In uw artikel ‘de vakbeweging vertraagt vernieuwing’ (NRC 28-9-2) filosofeerde Jacques Schraven, voorzitter VNO-NCW, over het monopolie van de vakbeweging op het vaststellen van arbeidsvoorwaarden. ‘Innovatie is niet de core business van de vakbonden, dat kunnen ze wel aan ons overlaten’. Het verhaal ging over loonmatiging, flexibilisering van de beloning en de arbeidstijden, zorg- en calamiteitenverlof, zondagsrust, deeltijdarbeid, scholingsfondsen, Pemba-premie, en dergelijke.
Opvallend genoeg kwam het Nederlandse pensioenstelsel niet ter sprake, terwijl dat toch een actueel en belangrijk onderwerp is. Op dit terrein werken vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers eendrachtig samen bij het besturen bedrijfs(tak)pensioenfondsen. De harmonie is zo groot dat er zelden een wanklank naar buiten komt. Dat maakt ook weer wantrouwig, vooral nu blijkt dat veel pensioenfondsen op onverantwoorde wijze blijken te hebben gegokt op de aandelenbeurzen. Nu pas komen ook de eerste geluiden over amateuristisch bestuur naar buiten. ‘Het nadeel van de beursmalaise hep dus ook z’n voordeel.’
Ik ben blij dat mijn geld niet verspild wordt door een slecht bestuurd pensioenfonds. In verband met mijn warrige arbeidsverleden heb ik vrijwel geen pensioen in het vooruitzicht. Gelukkig heb ik (dankzij de eveneens slecht functionerende huizenmarkt) zelf mijn pensioen kunnen opbouwen, want anders had ik een pensioengat van hier tot Tokyo.
Op 1 mei jl. sprak kamerlid Francine Giskes (D66) met Ab Pilgram van NOS Radio 1 Journaal. Ook zij had kritiek op de wijze waarop pensioenfondsen nog steeds worden beheerd en bestuurd. In het veelgeroemde Nederlandse pensioenstelsel gaat er meer fout dan zij in dat korte interview kon of wilde aangeven.
Het gildegewijze pensioensysteem is in strijd met flexibilisering. Nu arbeid steeds flexibeler wordt, blijft het systeem van pensioenopbouw daarbij achter. Flexibilisering van arbeid betekent nu nog dat dat voor al die vrijheid in keuze van baan en carriere een hoge prijs betaald moet worden met een tegenvallende pensioenuitkering. Een groot deel van de premies gaat op aan allerlei structurele en frictiekosten, bijvoorbeeld van overheveling van het ene pensioenfonds naar het andere.
Bedrijfstakgewijze pensioenopbouw is daarom volledig uit de tijd. De branche-gebondenheid van pensioenopbouw stamt uit de tijd van de ambachten en categorale vakbonden. Dit systeem heeft geen band meer met de werkelijkheid. Mensen blijven veel minder dan vroeger hun hele leven werkzaam in dezelfde bedrijfstak.
Een graficus die eerst een paar jaar bij een drukkerij werkt, vervolgens bij een uitgever en bij en bank om het huisorgaan te verzorgen, heeft al een pensioenbreuk. Een juridisch econoom die eerst beleidsmedewerker op een ministerie is, daarna bij een milieustichting in dienst komt, vervolgens directeur is van een watersportbedrijf, daarna traditionele zeiljachten gaat verhuren en die uiteindelijk vijftien jaar zelfstandig automatiseringsadviseur is, heeft ook een pensioenprobleem. (Laatstgenoemde ‘carrière’ is de mijne. Geen pensioen dus, afgezien van die fl 400,- per jaar van het ABP en fl 800,- per jaar van de DETAM.)
Pensioenen moeten worden weggehaald uit de onderonserige sfeer van vakbondsbestuurders en vertegenwoordigers van de werkgevers. Dit is een circuit van professionele vergaderaars maar amateuristische vermogensbeheerders die meer geinteresseerd zijn in presentiegelden dan in de belangen van pensioengerechtigden die de bedrijfstak inmiddels hebben verlaten. Veel werk in het pensioengebouw heeft te maken met de bedrijfstakgewijze inrichting ervan. Hier liggen mogelijkheden van grotere efficiency en besparingen die de flexibiliteit en de hoogte van pensioenen ten goede kunnen komen.
In het artikel “Er ligt een gouden kans voor modernere sociale zekerheid” (Volkskrant, 13-01-00) werd vakbondsman Douma geciteerd. Hij zei dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de individualisering vragen om een grondige vernieuwing, als de vakbonden maar kunnen blijven bestaan. Misschien moet juist het mes gezet worden in het aandeel van die verouderde vakbonden.
In Douma’s capuccino-model worden de verantwoordelijkheden evenwichtiger verdeeld tussen bonden, werkgevers en overheid. In dit rijtje komt de flexibele, individualistische werknemer en kleine zelfstandige helemaal niet voor, laat staan de pensioengerechtigden! Dit is een typisch staaltje van ouderwets vakbondsdenken.
Niet de pensioengerechtigden, maar de bestuurders van al die versnipperde pensioenfondsen-oude-stijl hebben belang bij de status quo. Zolang de relatief kleine kliek van fondsbestuurders maar hun vergadergelden kunnen opstrijken zal men uit die hoek weinig vernieuwing en echte belangenbehartiging hoeven verwachten. Zij komen elkaar voortdurend in allerlei overleg- en vergadercircuitjes tegen (Hallo Piet. Hé Jan, hoe gaat het met je vrouw?) en houden daarom meer rekening met elkaar dan met de belangen die zij moeten behartigen, in dit geval die van gepensioneerden.
De door pensioenbreuken, -gaten, -vereveningen etc. geplaagde werkers hebben weinig baat bij dit bedrijfstakgewijze pensioensysteem waarin veel geld verstookt in eindeloze vergadercircuits van fondsbesturen en -bestuurtjes die dure tijd verspillen aan sectorgewijze reglementen en statuten die voortdurend gewijzigd en geadministreerd moeten worden.
De pensioenuitkering is bestemd voor degene die daarvoor heeft gewerkt en gespaard. Nu dient een belangrijk deel voor de instandhouding van instituties die inmiddels hun tijd hebben gehad. Onlangs uitte de voorzitter van de vereniging van pensioengerechtigden, de heer Van der Wind (?) in een KRO-programma op Radio 1 ernstige verwijten aan het adres van de amateuristische fondsbesturen van werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers.
Op de Forumpagina van de Volkskrant van 3/10/2 waarschuwde prof. Harry Verbon voor een faillissement van ons veelgeroemde aanvullend-pensioenstelsel. Verbon is hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit van Tilburg en weet waarover hij praat. Zijn voornaamste kritiek richt zich met name op het onbetaalbare eindloonstelsel. Meer in het algemeen pleit hij voor een nationaal pensioenfonds dat door de overheid gereguleerd, en door banken en verzekeraars uitgevoerd zou kunnen worden. Dit zou de vele honderden pensioenfondsen nagenoeg overbodig maken. Dit alleen al spreekt mij aan, want al die fondsbesturen werken langs elkaar heen in hun streven naar eigen onmisbaarheid.
De wijze waarop overheid, werkgevers en vakbonden de verouderde en falende structuur van de pensioenfondsen om oneigenlijke redenen in stand hebben gehouden, verdient diepgaande aandacht, ook als pensioenfondsen dankzij stijgende aandelenkoersen weer uit de gevarenzone komen.
Zonder de malaise op de beurzen had men nog jaren kunnen doorrommelen zonder dat iemand zich had afgevraagd of ons pensioenstelsel wel zo goed is als betrokkenen steeds beweerden.
Van: Robert van Waning
Verzonden: dinsdag 26 maart 2002 11:29
Aan: Adriaan Hiele (NRC Handelsblad)
Onderwerp: Re: Kale kikker kan geen rente betalen, en pensioensysteem kost veel koffie
Geachte heer Hiele,
Ik ben benieuwd naar uw standpunt tegenover pensioen als middel om werknemers te binden aan bedrijf of bedrijfstak Dit lijkt mij een ouderwets middel, niet geëigend voor een tijd van individualisering en flexibilisering. Ook het amateuristische beheer van pensioenfondsen door kongsies van werkgevers en werknemers ergert mij mateloos.
Vriendelijke groet,
Robert van Waning
Van: Robert van Waning
Verzonden: zaterdag 25 januari 2003 17:45
Aan: Red Parool Meningen
Onderwerp: Pensioendebat (Meningen, 25 ja. ’03) Gaarne doorsturen aan lezer A. van der Winkel (Amsterdam)
Geachte Redactie,
Lezer A. van der Winkel schrijft op 25 januari jl op de meningenpagina dat de vakbeweging niet heeft omgekeken naar de pensioenfondsen die de afgelopen jaren te veel hebben gegokt op de aandelenmarkt en zodoende hun reserves hebben verspeeld. Vakbonden zijn hier juist medeverantwoordelijk voor, want hun vertegenwoordigers zitten in de besturen van de pensioenfondsen, samen met vertegenwoordigers van werkgevers.
Het probleem is dat al die pensioenfondsbestuurders, of ze nu voor werknemers of voor werkgevers optreden, een ‘old boys’ netwerk vormen waarin hun onderlinge relaties een grotere rol spelen dan de belangen die zij formeel behartigen. Het is dit circuit dat er jarenlang in is geslaagd om het verouderde Nederlandse pensioenstelsel zo’n goed imago te laten houden, terwijl het feitelijk nog uit de tijd van de gilden stamt. Honderden pensioenfondsen, hun besturen en hun administraties, werken ijverig langs elkaar heen om telkens weer het wiel uit te vinden. Honderden pensioenreglementen moeten ieder jaar worden aangepast aan de zich voortdurend ontwikkelende wetgeving. En dat kost een hoeveelheid geld waar een normaal denkend mens akelig van wordt.
Ondertussen zit een beetje flexibele werknemer al na twee stappen in zijn carrière met een pensioengat van hier tot Tokyo, maar daar hoor je de vertegenwoordigers van de vakweging niet over. Die zitten veel te gezellig te vergaderen hun vriendjes van werkgeverszijde. Alle pensioengaten, ineffiënties, administratiekosten en beleggingsverliezen worden allemaal richting pensioengerechtigde geschoven. Tegen de tijd dat die met zijn tegenvallend pensioen wordt geconfronteerd, heeft hij nog minder te vertelen dan toen hij nog werknemer was.
Waar blijft toch een fatsoenlijk en efficiënt nationaal pensioenstelsel dat alle werkenden, of zij nu voor grote of kleine bedrijven of als zelfstandigen weken, in staat stelt om vanaf het begin te sparen voor een eigen pensioen, waarvan hij de rechten zonder enig gedoe en verrekening ‘in zijn rugzak’ kan meenemen naar iedere volgende baan?
Van: Robert van Waning
Verzonden: maandag 3 februari 2003 14:31
Aan: ‘h.snijders@parool.nl’
Onderwerp: Pensioendebat (Meningen, 25 ja. ’03)
Geachte heer Snijders,
In verband met de vele tekortkomingen van ons pensioenstelsel stuurde ik al lang vóór de huidige pensioencrisis kritische vragen, opmerkingen en suggesties aan pensioenexperts.
Meestal ontving ik daarop onbevredigende antwoorden, omdat er volgens hen niets aan de hand was. Inmiddels denken zij er wel anders over, maar zij komen toch nog zelden tot de kern van de zaak. Hoewel: Adriaan Hiele komt in NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag (1 feb 2003) in de buurt van waar de oplossing vandaan moet komen: Een nationaal stelsel voor zowel werknemers en niet-werknemers waarover door alle belanghebbenden (=iedereen) mee kan worden gediscussieerd.
Van: Robert van Waning
Verzonden: zaterdag 29 maart 2003 15:40
Aan: Red Volkskrant Economie
Onderwerp: Aan Sheila Sitalsing (Pensioenfondsen zijn zelf verantwoordelijk, niet de aandelenmarkt)
Geachte mevrouw Sitalsing,
Op 28 maart jl schreef u dat de dramatische val van de aandelenmarkten verantwoordelijk is voor het slechte resultaat van pensioenfondsen. Ik denk echter dat zij daar in de eerste plaats zelf voor verantwoordelijk zijn. Als zij zelf niet hadden kunnen bedenken dat alle juichende berichten over steeds maar stijgende aandelenkoersen louter op lucht en hype waren gebaseerd, dan hadden zij in ieder geval beter kunnen luisteren naar president Wellink van de Nederlandse Bank en andere verstandige lieden die er duidelijk voor waarschuwden dat de koersen uiteindelijk weer op een redelijk niveau zouden terugkeren, en dat men bovendien altijd rekening moets houden met economische cycli en onvoorspelbare ontwikkelingen.
Ruim twee jaar geleden ben ik na het overlijden van mijn moeder zelf een aantal maanden in het ongelukkige bezit van aandelen geweest. Toen ik een keer in één dag tijd op papier tienduizend gulden armer opeens bleek te zijn, heb ik besloten dat aandelen niets meer met ‘beleggen’ te maken hadden, en dat het bezit daarvan je economische welstand zeer onstabiel en onvoorspelbaar maakt. Ik heb mijn verlies genomen, alles verkocht en ben sindsdien een gelukkiger mens. Beheerders van pensioenfondsen hadden ook tot die conclusie kunnen en moeten komen.
Ik pleit er al jaren voor om het beheer van pensioengelden uit de handen van amateuristische fondsbesturen te halen. Die worden langs wegen van coöptatie, netwerken en vriendjespolitiek geronseld in kringen van professionele vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. De vele honderden fondsbesturen werken allemaal langs elkaar heen en zijn voornamelijk bezig met onafhankelijk van elkaar reglementen en voorwaarden te bedenken die dan weer in honderden reglementen moeten worden verwerkt.
Ook met de overdracht van pensioenen bij wisseling van werkkring gaan enorme bedragen verloren in een gigantisch bureaucratische machinerie die er alleen maar naar streeft om zichzelf in stand te houden. Dit betekent een gigantische verspilling van pensioengelden. Het Nederlandse pensioenstelsel stamt uit de tijd van de gilden en is heus niet zo fantastisch als al die baantjesjagers willen doen geloven.
Er zou één nationaal pensioenstelsel moeten komen, samengevoegd met een AOW op kapitaalbasis, waarin iedereen vanaf zijn 18de op individuele basis deelneemt en zijn pensioen in zijn rugzak meeneemt, of men nu werknemer, zelfstandig of werkloos is, onafhankelijk van bedrijven, bedrijfstakken en vakbonden.
U heeft al gemerkt dat ik geen professional ben op dit gebied, maar als juridisch econoom, echtgenoot van een pensioenjuriste en begiftigd met een gezond verstand en een onafhankelijke geest ben ik ervan overtuigd dat het Nederlandse pensioenstelsel eens ingrijpend op de schop zou moeten.
Van: Robert van Waning
Verzonden: donderdag 10 april 2003 14:25
Aan: Radio1 KRO Opdemiddag
Onderwerp: Nederlands pensioenstelsel stamt uit de tijd van de gilden
Ons veelgeroemde Nederlands pensioenstelsel stamt uit de tijd van de gilden. Laten wij streven naar een nationaal pensioenstelsel, waarin iedereen voor zijn eigen pensioen en AOW kan sparen zonder al die bureaucratische en amateuristsiche pensioenbesturen die voortkomen uit netwerkjes van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers die allemaal langs elkaar werken en voortdurend al die honderden reglementen zitten aan te passen.
Van: Robert van Waning
Verzonden: donderdag 10 april 2003 15:24
Aan: Radio1 KRO Opdemid; Radio1 KRO Kruit, Liesbeth
Onderwerp: Die ‘buffers’ van 50% bestonden uit lucht
Die ‘buffers’ van 50% bestonden uit lucht. Wie naar Nout Wellink en Alan Greenspan luisterde, wist dat het hele spul zwaar overgewaardeerd was
Van: Robert van Waning
Verzonden: donderdag 10 april 2003 15:28
Aan: Radio1 KRO Opdemid
Onderwerp: Volgende keer graag een kritischer figuur over pensioenen
Ik had graag een kritischer figuur gehoord over pensioenen. Het wil er bij mij niet in dat pensioenfondsen alles prima gedaan hebben.
Van: Robert van Waning
Verzonden: vrijdag 25 april 2003 13:43
Aan: Red Volkskrant Economie
Onderwerp: Aan Gijs Herderschee (Ons pensioenstelsel stamt uit tijd van gilden)
Geachte heer Herderschee,
Voor de zoveelste keer besteedt u aandacht aan de positie van pensioenfondsen. Waarom verdiept u zich niet eens in structurele oorzaken van hun tekortschieten in het naar behoren uitvoeren van hun taken? De symptomen daarvan zijn nu wel bekend. U vindt mij dan wel niet belangrijk genoeg voor een reactie, maar ik blijf toch hopen op diepgaander analyse van het veelgeroemde Nederlandse pensioenstelsel.
Van: robert van waning
Verzonden: dinsdag 20 mei 2003 15:42
Aan: Radio1 KRO Opdemid
Onderwerp: Pensioen is ongeschikte manier om werknemers aan bedrijf of branche te binden
Een pensioenregeling is niet de juiste manier om werknemers aan je te binden, want hoe goed en gemotiveerd zijn mensen die alleen aan een bedrijf blijven hangen vanwege het goede pensioen?
Pensioen is uitgesteld loon van werknemers. Het is dus van die werknemers. Daar moeten noch de werkgevers noch de vakbonden te veel over te zeggen hebben.
Ik geloof toch meer in een pensioenstelsel op basis van kapitaaldekking dat werknemers niet met handen, voeten en pensioen bindt aan onderneming of bedrijfstak. Dit is noch in het belang van de flexibiliteit van de arbeidsmarkt, noch in dat van de individuele karakter van het pensioen. Het Nederlandse pensioenstelsel veroordeelt werkgevers en werknemers op verkeerde gronden aan elkaar. Als een werknemer van baan wil veranderen, moet dit niet bemoeilijkt worden door pensioenafspraken.
Het Nederlandse pensioenstelsel stamt uit de tijd van de gilden.
Van: robert van waning
Verzonden: donderdag 22 mei 2003 9:33
Aan: Radio1 EO Ochtenden (ochtenden@eo.nl)
Onderwerp: Geert Wilders legt terecht de vinger op de samenzwering van werkgeversvertegenwoordigers en vakbonden
Geert Wilders legt terecht de vinger op de samenzwering van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Het fiasco van het Nederlandse pensioensysteem is hier een navrant voorbeeld van. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers houden meer rekening met elkaar dan met de belangen van pensioengerechtigden. Zij ontmoeten elkaar voortdurend in een eindeloos vergadercircuit. Werkvloer en werknemers zijn dan ver weg..
Van: robert van waning
Verzonden: dinsdag 27 mei 2003 15:46
Aan: Red Vkr Econ Herderschee
Onderwerp: Aftakeling verzorgingsstaat is resultaat van bewust proces. (Afschrift aan KRO ivm uitzending over MKB)
Geachte heer Herderscheê,
In de Volkskrant van 27/5 schrijft u dat door de trage, stapsgewijze aftakeling van de verzorgingsstaat nu nog slechts een mager ministelsel resteert. U noemt als voorbeelden het niet aanpassen aan de toename van eenmansbedrijfjes en van zelfstandigen zonder personeel.
Net als bij het laten vallen van pensioengaten voor werknemers die wisselen van bedrijfstak of onderneming ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij het onderonserige netwerk van vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Toch zie ik u daar zelden echt kritische dingen over schrijven. Bent u wellicht bang om tegen bevriende schenen te schoppen?
Ik heb van 1983 tot 2001 als kleine zelfstandige (eenmanszaak zonder personeel) gewerkt in de automatisering. Ik heb nooit iemand van de vakbeweging noch van MKB iets horen zeggen waardoor ik mij aangesproken voelde. Kennelijk worden alle zelfstandigen gerekend tot het grootkapitaal, ook al ligt het inkomen vaak onder het minimumloon en krijgt men geen cent bij ziekte of werkloosheid en kan men niet of nauwelijks sparen voor een pensioen (laat staan dat iemand daaraan meebetaalt).
Van: robert van waning
Verzonden: woensdag 18 juni 2003 10:18
Aan: Red Volkskrant Alg Redactie
Onderwerp: Aan Joost Ramaer (Ons pensioenstelsel stamt uit tijd van gilden)
Geachte heer Ramaer,
Met uw verhaal over pensioenbezuinigingen (de Volkskrant, 18/6/3) kon ik helemaal instemmen. Ik pleit er al geruime tijd voor om pensioenen weg te halen uit het onderonserige en coöptatieve netwerkje van ‘sociale partners’ die meer rekening houden met elkaars belangen dan met die van premiebetalers en pensioengerechtigden.
Ik hoop dat uw artikel meer impact heeft dan mijn vele vergeefse brieven en e-mails.
Van: robert van waning
Verzonden: vrijdag 5 december 2003 10:29
Aan: Red NRC Alg; Red NRC Economie
Onderwerp: Aan Menno Tamminga (FW: Bedrijfspensioenen worden beheerd door onderonserige netwerken)
Geachte heer Tamminga,
Uw toon over het veelgeroemde Nederlandse pensioenstelsel wordt steeds kritischer. Dat is goed en het werd ook tijd.
Ik probeer al enige tijd om aandacht te vestigen op de onderonserige sfeer waarin pensioenfondsen worden beheerd door vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Die staan dichter tot elkaar (‘Hé Piet, hoe gaat het met je vrouw?”) dan tot hun achterban en tot de belangen die zij eigenlijk zouden moeten behartigen. Op pensioengebied zijn bestuurders vaak leken. De bedrijven waar zij het feitelijke beheer en de administratie aan hebben overgedragen, bijten niet in de handen die hen voeden. Het resultaat is inmiddels bekend.
Van: Menno Tamminga
Verzonden: woensdag 10 december 2003 14:07
Aan: Robert van Waning
Onderwerp: kritischer
Dag meneer Van Waning, sorry voor trage reactie.
Word ik kritischer? Dat durf ik niet van mezelf te zeggen. Vorig jaar heb ik, in een thema bijlage pensioenen, al eens geschreven over de kongsi van sociale partners die onder steeds wisselende namen (SER, stichting van de arbeid, VNO-NCW, FNV) steeds weer dezelfde standpunten inneemt en verantwoording afleggen liever afschuift dan accepteert. Maar u bent de lezer, die kan dat beter beoordelen dan de auteur.
Van: robert van waning
Verzonden: maandag 29 december 2003 18:59
Aan: ‘tamminga@nrc.nl’
Onderwerp: Steeds dezelfde hoofden in pensioenbesturen?
Beste Menno Tamminga,
Naar aanleiding van uw artikel van 27/12 jl over ‘diezelfde hoofden achter de tafel’ vroeg ik mij af of ‘die kongsi van sociale partners die onder steeds wisselende namen (SER, stichting van de arbeid, VNO-NCW, FNV) steeds weer dezelfde standpunten inneemt’ (uw e-mail van 10 december jl) niet ook steeds dezelfde mensen afvaardigen om zitting te nemen in besturen van verschillende pensioenfondsen?
In Trouw van vandaag stond een artikel ‘Onze pensioenen waren te ambitieus’. http://www.trouw.nl/nieuwsenachtergronden/commentaar/december2003/artikelen/1072680120199.html
In mijn lezersreactie had ik geschreven:
“Bij vernieuwing van het overschatte Nederlandse pensioenstelsel mag men niet voorbij gaan aan de structurele oorzaak van het falen ervan. Ons gildegewijze pensioensysteem is in strijd met het streven naar flexibilisering van arbeid. Bedrijfstakgewijze pensioenopbouw is uit de tijd. Branchegebondenheid van pensioenopbouw stamt uit de tijd van de ambachten en categorale vakbonden. De vrijheid in keuze van baan en carrière wordt een hoge prijs betaald in de vorm van een tegenvallende pensioenuitkering. Een groot deel van de premies gaat op aan structurele- en frictiekosten, zoals amateuristisch bestuur en overdrachten van het ene pensioenfonds naar het andere. Pensioenen moeten worden weggehaald uit de onderonserige sfeer van vakbondsbestuurders en vertegenwoordigers van de werkgevers (‘Hé Piet, hoe gaat met je vrouw?’). Dat zijn professionele vergaderaars maar amateuristische vermogensbeheerders. Zij houden meer rekening met elkaar dan met de belangen van pensioengerechtigden.”
Van: R van Waning
Verzonden: 22 april 2006 22:03
Aan: Frank Kalshoven, Volkskrant
Onderwerp: Ons overschatte pensioenstelsel stamt uit de tijd van de gilden.
Beste Frank Kalshoven
Onder punt 8. van ‘Power to the people’ (van 22/4) merkt u terecht op dat het Nederlandse pensioenstelsel strijdig is met een flexibele arbeidsmarkt.
Dat klopt, want het stamt nog uit de tijd van de gilden, en het wordt in stand gehouden door een onderonserige côterie van vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers die meer rekening houden met (de contuïteit van) hun eigen belangen dan met die van hun respectievelijke achterbannen.
Ik heb in 2001 en 2002 vele malen geprobeerd hier aandacht voor te vragen (zie hieronder), maar het is als het trekken aan een dood paard. Hopelijk krijgt u er alsnog een beetje beweging in.
Van mij mogen pensioenen en AOW samen in één nationaal stelsel worden opgenomen: iedereen draagt zijn eigen pensioen in zijn ‘rugzak’ met zich meedraagt, waar hij ook werkt en heen gaat. Wettelijk verplicht vanaf het 21ste levensjaar.
Het afschaffen van de overdrachtsbelasting zou trouwens ook kunnen helpen bij het flexibiliseren van de arbeidsmarkt, én bij het terugdringen van de automobiliteit.
Vriendelijke groet,
Robert van Waning
In de kern heb je gelijk Robert: het pensioenstelsel deugt niet (meer). Hopelijk is de aangekondigde korting op een aantal pensioenuitkeringen de wake-up call om het stelsel te reorganiseren. Alleen al ruim 600 pensioenfondsen is van de zotte.
Öszibarack,
Zeshonderd pensioenfondsen met zeshonderd besturen en zeshonderd reglementen die na ieder overleg tussen de ‘sociale partners’ en bij iedere verandering in de wet- en regelgeving door dure deskundigen moeten worden aangepast. Al die verschillende pensioenregelingen worden geadminstreerd en uitgevoerd door verschillende bedrijven.
Iedereen die van baan en daarbij ook nog van bedrijfstak verandert, krijgt te maken met de uiterst gecompliceerde overdracht van de rechten en verplichtingen van deelnemer van het ene fonds naar een ander.
Wat dat niet allemaal kost!
Als je dat opheft begint iedereen weer te zeuren over het verlies aan werkgelegenheid.
Blutch,
Dat is waar. Ons gecompliceerde, onoverzichtelijke en superbureaucratische polderpensioenstelsel levert heel veel banen op die door de pensioengerechtigden worden betaald. Dat zijn wij weliswaar zelf, maar willen wij dit ook zo?
Zo zijn er wel meer van die versplinterde groeperingen die zichzelf in stand houden onder het mom van concurrentie of diversificatie, maar ze leunen allemaal op ons. Ik wil het niet, maar naar mij luistert nooit iemand, of hoogstens iemand die er ook niets aan kan doen.
Of er naar je wordt geluisterd, hangt niet af van de redelijkheid, juistheid en zinnigheid van je beweringen, maar van de bereidheid die je bij anderen kunt opwekken om met die mogelijkheid rekening te houden.
Zonder charisma kan je lullen als Brugman, maar mensen luisteren liever naar iemand die zij al geloven voordat hij iets zinnigs heeft beweerd.
Dit mechanisme verklaart ons onzinnige pensioenstelsel dat zijn nut en tijd al lang heeft overleefd maar dat door predikers (politici, journalisten en verkopers) en goedgelovige sukkels in stand wordt gehouden.
Tis de schuld van de Zionisten,die beheren immers het wereld kapitaal.
Dat je dat niet even hebt verweven in je blog Robert,dat viel me tegen.
@Zomaareenmening,
Welnee, de zionisten beheren alleen geroofde en bezette voormalige Palestijnse bezittingen. Zo goed?
Zozo u bent een antisemiet volgens velen
raar dat u nog GEEN BAN heeft?
VKMOD weer een links voorbeeld van iemand die geen BAN krijgt ondanks BEWEZEN schuld?????
Waar zijn we mee bezig Volkskrant?????????????????
.
Zo kan-ie wel weer. Anonieme en ongefundeerde aantijgingen zal ik vanaf nu verwijderen.
Registreer je (liefst onder je eigen naam; liever geen bivakmutsen), log in, maak je bekend en schrijf wat je vindt over de inhoud van het weblog. Eventuele beschuldigingen dien je te bewijzen of op zijn minst aannemelijk te maken aan de hand van letterlijke citaten en hun vindplaatsen. Je mag mij aanvallen op wat ik zelf heb gedaan, gezegd en geschreven, en niet op grond van wat anderen over mij beweren in hun streven mij het zwijgen op te leggen.
OK? Goed zo.