Rechtsongelijkheid in het publieke debat. (Columnisten zijn slechts betaalde bloggers.)

Geachte Ombudsman,

U schrijft:

“U bent al vaker gewaarschuwd niet op de man te spelen. U hebt iets tegen Paul Brill, maar ik zie niet in waarom dat iedere keer weer moet worden uitgevent in de krant.”

Hopelijk bent u zo sportief om toe te geven dat u zich hebt vergist. Ik had namelijk de naam van Paul Brill in mijn reactie op het Commentaar van 31/3 helemaal niet genoemd! (Zie hieronder)

Als ik verbannen word vanwege mijn verdediging van de (door Henk Müller verwijderde) reactie van ‘Nachtbril’, dan is dit vergelijkbaar met het straffen van Abraham Moszkowicz voor de misdaden van zijn cliënten. Aan uw rechtsbesef schort echt wel het een en ander.

Wilt u alstublieft antwoord geven op mijn vraag waarom persoonlijke aanvallen bij columnisten een toelaatbare ‘stijlfiguur’ wordt gevonden (zie e-mail Henk Müller) terwijl reageerders erom kunnen worden verbannen? Die rechtsongelijkheid in het publieke debat is een interessant onderwerp voor een column van de Ombudsman.

Rob Wijnberg (Filosoof en oud-opinieredacteur van NRC handelsblad) heeft over de vrijheid van meningsuiting behartenswaardige dingen geschreven in zijn boeken ‘In dubio’ en ‘Nietzsche en Kant lezen de krant’. Beide boeken zouden onder het hoofdkussen van ieder redactielid moeten liggen. In het hoofdstuk ‘Het vrije woord als het recht om te twijfelen’ vraagt hij welke grenzen gesteld mogen worden aan de vrijheid van meningsuiting. Het antwoord zou Henk Müller aan het denken moeten zetten over de vraag of hij wel goed bezig is. Bijvoorbeeld:

Niemand heeft het recht om een ander op grond van zijn persoonlijke opvattingen het zwijgen op te leggen – want zou dat wel zo zijn, dan had iedereen dat recht. [..]

“Het vrije woord is het moreel-relativistische fundament onder onze samenleving. [..]

“Ook een samenleving die niet onder het juk van een absolute morele waarheid (een staatsideologie [of een dictatoriale opinieredactie, rvw]) valt, heeft wel degelijk een gedeeld idee van goed en kwaad. We zijn niet allemaal morele relativisten. Maar wélk idee moeten we dan als gedeeld idee van goed en kwaad beschouwen? Het meest voor de hand liggende antwoord daarop is: de wettelijke orde.  Ons wetboek is het – voorlopige – resultaat van de doorlopende discussie over wat goed is (toegestaan) en niet goed (verboden). Dus, de enige grens van de vrije expressie moet dus daar liggen waar iemand de intentie uitspreekt om een van de op dat moment geldende wetten te overtreden. [..]

“Het vrije woord is immers de voorwaarde voor democratisch verkregen wetten. Zonder publiek debat hebben we geen ‘gedeeld idee van goed en kwaad’; dus kan niet bij voorbaat in de wet worden vastgelegd waar het publieke debat wel of niet over mag gaan. [..]

“Het vrije woord dient er toe onze opvattingen in beweging te houden. Meningsvrijheid is eigenlijk gebaseerd op de feilbaarheid van de mens: we weten niet wat ‘goed’ en ‘kwaad’ is, dus mogen we er oeverloos over van mening verschillen. Zo wordt voorkomen dat iemands mening een morele ‘waarheid’ wordt. In de praktijk heeft dat als groot nadeel dat opvattingen die door bijan iedereen als fout worden beschouwd ook bestaansrecht krijgen. Maar het voordeel weegt daar dubbel en dwars tegen op: geen enkele opvatting kan, zoalng er meningsvrijheid bestaat, ooit tot absolute waarheid worden verheven. Dus om de filosoof Ludwig Wittgenstein (1899-1951) te parafraseren: van dat waarover niet kan worden gezwegen, mag men spreken, zolang aan dat waarover wordt gesproken, mag worden getwijfeld.” (Rob Wijnberg, ‘Nietzsche en Kant lezen de krant’, 2009, pag 48.)

Ik wens u veel wijsheid, rechtsgevoel en democratische gezindheid toe.

Vriendelijke groet, Robert van Waning

Aan: Ombudsman de Volkskrant
Verzonden:
donderdag 2 april 2009 20:55
Onderwerp: En waar staat in mijn reactie de naam van Paul Brill? (Goed lezen, hoor!) Geachte heer Meens,

Mijn reactie op het Commentaar van 31/3 luidde aldus:

Robert van Waning schreef op 31-03-2009 12:26
“De Arbeidspartij .. ooit de trotse partij van de grondleggers van de staat Israël .. illustere premiers als Ben Goerion en Golda Meir..,” schrijft deze commentator.”

Weerspiegelt dit commentaar inderdaad de visie van de Volkskrant op de gewelddadige en volken- en mensenrechtenschendende manieren waarop de grondleggers van Israël hun politieke doelstellingen hebben verwezenlijkt ten koste (nog steeds!) van de oorspronkelijke bevolking van dat grondgebied? Beetje pijnlijk.

Waar ziet u de naam van Paul Brill staan? En wat is  er verder verkeerd aan die reactie?

Als de Volkskrant een volgende keer in haar Commentaar Hendrik Verwoerd (de Zuid-Afrikaanse ‘architect van de Apartheid’) een ‘illustere premier’ noemt, mag ik daar dan ook niets van zeggen? Ben Goerion en Golda Meir deden qua apartheidsdenken niet onder voor Verwoerd.

Kunt u zich nog herinneren wanneer ik voor het laatst in een reactie mijn kritiek op Paul Brill heb ‘uitgevent’? Ik niet. Mijn mond is al behoorlijk gesnoerd. Dat is toch ook de bedoeling?

Waarom mogen politici (zoals vandaag minister Middelkoop) trouwens wel hard publiekelijk worden bekritiseerd, en een columnist annex commentator (annex etc.) niet?

De Volkskrant moet zich gewoon houden aan de regels, zowel aan die van onze democratische rechtstaat als aan die zotte regels van haarzelf die in strijd zijn met letter en strekking van onze Grondwet.

Noemt u mij de regel op grond waarvan columnisten meer vrijheid van meningsuiting zouden hebben dan burgers. Dat kunt u niet, en dat weet u. Daarom krijg ik ook nooit antwoord op deze simpele vraag.

En u weet ook dat het Commentaar vaak ( zo niet meestal) de persoonlijke opvattingen van de auteur bevat, of althans daarmee niet in strijd is. ‘Nachtbril’ had daar in zijn reactie terecht op gewezen, maar die werd natuurlijk verwijderd, want de waarheid mag niet gezegd worden.

Henk Müller is mijn vriend niet. Ik ken hem zelfs niet. Het enige wat ik nu van hem weet, is dat hij er niet voor terugdeinst om zijn macht en mogelijkheden te misbruiken ten koste van die van iemand die daar machteloos tegenover staat. Voor een krant is dat een beschamende vertoning waar het laatste woord hopelijk nog niet over gezegd is.

Vriendelijke groet, Robert van Waning,

Aan: Henk Müller (de Volkskrant)
Verzonden: donderdag 2 april 2009 15:57

Onderwerp: Waar staat trouwens dat ‘ad hominem’ argumenten verboden zijn?

Geachte heer Müller,

Nogmaals: Ik héb Paul Brill niet genoemd! Ik ben mijn bijdrage ook niet begonnen ‘met afgeven op individuele redacteuren’. Hoe komt u daar toch bij?

‘Nachtbril’ had dat wel gedaan. Ik nam het voor hem op nadat u zijn (mijns inziens ten onrechte) bijdrage had verwijderd. U noemde het mijn goed recht om Nachtbril te verdedigen. Nou, daar merk ik dan weinig van als u dit dan vervolgens verwijdert.

Er is geen enkele formele of materiële reden waarom journalisten, redacteuren,  columnisten, commentatoren in onze democratie geen kritiek en tegenspraak zouden mogen krijgen.

Waar staat trouwens dat ‘ad hominem’ argumenten verboden zijn? Sancties uitdelen zonder voorafgaande strafbepaling, is tegen de regels van onze rechtsstaat.

U moet zich net als iedereen aan de regels te houden, ook al heeft u om onduidelijke redenen (hoewel..) nog zo de pest aan mij.

Columnisten hebben niet meer vrijheid van meningsuiting dan andere burgers.

Burgers hebben dus evenveel recht op ‘stijlfiguren’ en andere vormen van vrije meningsuiting als columnisten etc.

Journalisten beschouwen zichzelf als superburgers met bijzondere rechten en privileges, maar daarvoor bestaat geen grond in de wet.

Groet, Robert van Waning

Subject: ‘Ad hominem’ argumenteren: VK-columnisten doen niet anders!
Date: Thursday, April 2, 2009, 2:38 PM

Geachte Ombudsman,

Gisteren kreeg ik een waarschuwing van de ‘nieuwe’ moderator Henk Müller.  (Wat is er eigenlijk ‘nieuw’ aan hem? Hij was toch al opinie-chef van de Volkskrant?)

Het enige winstpunt van het bewind-Müller is dat ik nu tenminste een waarschuwing krijg.  Wat in een beschaafde democratische rechtsstaat een minimaal vereiste is,  vindt men bij de VK kennelijk een hele verbetering.

Henk Müller verwijt mij ten onrechte dat ik argumenten ‘ad hominem’ zou gebruiken. Dat is gewoon niet waar. Lees u zelf maar. Iemand anders (‘Nachtbril’) had dat wel gedaan, maar hij was daarbij naar alle maatsstaven van redelijkheid ruim binnen de grenzen van het betamelijke gebleven. De redactie moet wel tegen een stootje kunnen, want zij delen die er ook voortdurend uit aan alles en iedereen.  En anonieme commentaren zijn eigenlijk niet meer van deze tijd van openheid en transparantie.

Als het inderdaad mijn goed recht is om de redactie te bekritiseren (en dat is het, natuurlijk), waarom wordt mijn bijdrage dan toch verwijderd? Alleen omdat ik in een citaat de naam van Paul Brill niet had geanonimiseerd tot ‘de bekende columnist P.B te A.’)?

Wat zijn dit voor toestanden?

Dat reageerders, discussieerders en blogger in de praktijk veel minder recht op (en zeker mogelijkheden van) vrije meningsuiting hebben dan columnisten, is duidelijk voor wie iedere dag de Volkskrant leest. Columnisten dóen daarin namelijk bijna niet anders dan ‘ad hominem’ argumenteren. Zie hieronder..

Ook onder het nieuwe bewind blijft de willekeur regeren op de website van de Volkskrant. Dat moet eigenlijk eens een keer afgelopen zijn.

Vriendelijke groet,

Robert van Waning (Criticus, opposant en dissident, maar geen trol.)

Plaats een reactie