‘De journalistiek kent zelf namelijk geen afrekencultuur,’ schrijft Ingrid Pouwr in de ‘Brief van de Dag’ (3/10). Als dat wel zo was geweest, had verslaggeefster Ellen de Visser misschien wel onderstaand artikel geschreven, in plaats van haar verhaal over klachtenprocedures in de gezondheidszorg. (‘Arts is vaak laks in toegeven klacht, VK, 3/10).
Pers is vaak laks in toegeven klacht
AMSTERDAM – Journalisten en kranten geven veel te weinig toe dat ze fouten hebben gemaakt, zelfs niet als lezers na een klacht in het gelijk worden gesteld. Betere communicatie kan veel onnodige klachtenprocedures voorkomen.
Dit schrijft de Inspectie voor de Mediazorg vandaag in een rapport over lezersrechten. Het geeft te denken, schrijft de inspectie, dat de onvrede onder klagers erg groot is, zelfs als de klacht gegrond wordt verklaard. Het erkennen van fouten is voor journalisten mogelijk lastig omdat ze dat van hun collega’s niet mogen.
Lezers kunnen met een klacht over een ziekenhuis terecht bij de journalist of bij een oud-collega van hem die als ombudsman optreedt, maar ook bij de Raad voor de Journalistiek. Slechts 15 procent van de tuchtklachten wordt gegrond verklaard. Een informele procedure leidt vaker tot succes.
Tweederde van de lezers die een klacht indienen, is ontevreden omdat zij geen effect bemerken. Lezers willen vooral vergelijkbare problemen voor anderen voorkomen en een excuus. Maar kranten informeren hen nauwelijks over maatregelen, en bij niet meer dan een kwart van de gegrond verklaarde klachten worden fouten toegegeven of toegelicht.
Hoogleraar mediarecht Johan Lagedunk constateert in het inspectierapport dat communicatieproblemen vaker tot klachten en rechtszaken lijken te leiden dan fouten van journalisten. ‘Bij tuchtcolleges komen klachten binnen die daar eigenlijk niet thuishoren; soms zou een excuus van een journalist volstaan’, concludeert de inspectie.
Volgens professor Lagedunk moeten journalisten hun lezers over fouten informeren; redactiestatuten die dat verbieden zijn strijdig met de wet.
Voor veel lezers blijkt klagen lastig. Lezers die met meer media te maken hebben, krijgen nogal eens tegenstrijdige adviezen maar kunnen met een klacht daarover nergens terecht. De Raad voor de Journalistiek beoordeelt alleen individuele gevallen.
Lezers dienen nauwelijks klachten in, waarschijnlijk omdat zij vaak moeten klagen bij de krant waar zij ondanks alles toch aan gehecht zijn. De Raad voor de Journalistiek heeft hier geen oordeel over deze onwenselijke situatie.”
Het zal nog wel even duren voordat men een onderzoek naar de tevredenheid van lezers over klachtenprocedures tegen de journalistiek even normaal zal vinden als het rapport over klachtenprocedures tegen ziekenhuizen waar verslaggeefster Ellen de Visser over schreef.
Oud-minister Donner merkte bij de presentatie van het Volkskrantboek ‘Tussen de regels’ terecht op dat wie in een democratie politieke invloed wil uitoefenen uiteindelijk aan controle onderworpen is, zowel democratische als rechterlijke.
Journalistiek die zich niet wil beperken tot objectieve en onafhankelijke verslaggeving, maar ook actief de publieke meningsvorming wil sturen, oefent politieke invloed uit.
De meest voor de hand liggend en tegelijk ook meest wezenlijke controle is die door de burgers in hun hoedanigheid van lezers, luisteraars en kijkers. Als men echter ziet hoe redacties reageren op weerwerk en tegenspraak, dan is het wel duidelijk dat hier nog veel werk aan onze democratische winkel is.
In tegenstelling tot wat hoofdredactuer Pieter Broertjes in het voorwoord van het nieuwe Volkskrantboek had geschreven. kan niemand, geen politicus, bestuurder of burger, ooit de journalistiek ‘genadeloos onder vuur nemen’. Het is immers steeds de journalistiek die in maatschappelijke discussies zowel het eerste als het laatste woord heeft.
Zelfs als een journalist daarbij zodanig over de schreef gaat dat de Raad voor de Journalistiek het niet voor hem wil opnemen, heeft hij nog altijd de gelegenheid om in de ‘rectificatie’ een ferme trap na te geven. Genadeloos