Ombudsman Thom Meens schrijft in zijn laatste column (11/2/2006) dat media in het algemeen wel degelijk rekening houden met gevoelens van derden en zich dus houden aan de, weliswaar ongeschreven, algemene regel dat je niemand onnodig kwetst.
“Wie zich gepakt voelt, kan een beroep doen op de rechter”.
Lekker makkelijk, doe de vuile was de deur uit, dan heb je er verder geen omkijken meer naar. Iedereen weet immers dat rechters nog banger zijn dan politici als het gaat om de vrijheid van de heilige koeien van de pers om te doen en te laten wat zij willen. Uitspraken van de rechter en van de Raad voor de Journalistiek worden bovendien niet of nauwelijks zichtbaar gepubliceerd en kunnen ook nooit opwegen tegen de schade en pijn die een kwetsende cartoon of een gemeen rotartikel in vierhonderdduizendvoud aanricht.
Die mogelijkheid van een rechtsgang is natuurlijk ook je reinste flauwekul. Daarna voelt men zich alleen maar dubbel gepakt, omdat men ook nog eens zo’n hele ingewikkelde, tijdrovende en vaak kostbare procedure moest doormaken, met uiterst weinig kans op een bevredigend resultaat.
Een paar maanden geleden schreef wetenschapsredacteur Martijn van Calmthout een ronduit gemeen verhaal over mij n.a.v. een e-mail die hij kennelijk niet goed had gelezen. (Zie elders op dit weblog.) Zonder enige vorm van proces, toelichting, mogelijkheid van verweer of beroep word je dan de opeens aan de nationale schandpaal van de Volkskrant genageld, waarna verder allerlei mensen die nog nooit eerder van je hadden gehoord rotte tomaten naar je hoofd mogen gaan gooien: ‘Querulant, zeurpiet, trol, etc.” Zij hebben ondertussen zelfs de gewraakte e-mail niet gelezen..
De hoofdredacteur van de Volkskrant, Pieter Broertjes, zei onlangs in Nova dat het recht van meningsuiting volgens hem ‘absoluut en niet onderhandelbaar’ was. Hij weet kennelijk niet hoe zijn eigen krant omgaat met kritiek en met dissidenten. Nu G-J Bogaerts tot zijn teleurstelling moest ontdekken dat hij onwelgevallige weblogs niet zomaar mocht verwijderen (‘vanwege de onnozelheid van uw besognes’) heeft hij een nieuwe manier bedacht om critici de mond te snoeren: Gewoon niet laten aanbevelen door de redactie! Afgewezen brieven worden ook nog steeds niet in een aparte rubriek op de website geplaatst, terwijl de ombudsman daar toch zo’n voorstander van was.
Met al zijn schijnheilige praatjes voor de Bühne kan Pieter Broertjes niet aannemelijk maken dat zijn krant erg ruimhartig omgaat met critici en diisidenten die meningen willen uiten die hem en zijn redactie niet welgevallig zijn. Met alle vrijheid van meningsuiting ontbreekt het daardoor aan mogelijkheden daartoe.
De redactie van Forum heeft ondertussen ook iets nieuws bedacht om de schijn van openheid, vrije meningsuiting en discussie te wekken: Twee bevriende publicisten, Nausikaa Marbe en Oscar van den Boogaard, die het zowel met de redactie als met elkaar eens zijn, mogen wekelijks reageren op een stelling van de redactie. Incestueus gedoe met een hoog correctheidsgehalte. Dit is kennelijk wat de hoofdredacteur voor ogen staat als hij het heeft over meningsuiting: Acceptabel zolang de opvattingen van zijn redactie maar niet onder vuur komen te liggen.
Journalistieke hypocrisie kan ook zeer kwetsend zijn, namelijk voor het geloof dat veel burgers hebben in de democratie als beschermingsconstructie tegen machtsmisbruik en vriendjespolitiek. Als burger sta je daar met je weggedrukte weblogje volkomen machteloos tegenover. Maar we gaan door met de strijd, omdat aan de journalistiek nu eenmaal niet zowel het eerste als het laatste woord toekomt. Media zijn er om meningen door te geven, en niet om ze te censureren en te onderdrukken, en zeker niet om louter als spreekbuis te dienen voor een relatief kleine kliek die zich over de knoppen van de drukpersen, camera’s en microfoons ontfermt.
Ik merk dat ik op het verkeerde been werd gezet door de kop van deze blog. Ik dacht dat het om een citaat van Pieter Broertjes ging, maar het is een opmerking richting Pieter Broertjes. De ontbrekende aanhalingstekens hadden me moeten wakker schudden.
Dat de journalistiek en onze so called hypocriet is daar kan ik me prima in vinden. Maar het is makkelijker dit te constateren, dat dit ook daadwerkelijk in beter vaarwater te krijgen.
Hier ligt de belangrijkste taak voor de journalistiek en daarmee ook van iedere gewone burgers, inclusief Pieter Broertjes.
Hij heeft een positie waarmee hij velen malen meer invloed kan uitoefenen als ik, blogger op het volkskrantblog. Hij heeft op het journalistieke vlak of hij het wil toegeven of niet een grotere verantwoordelijkheid. Alleen zijn eigen journalistieke integriteit kan hem daarin helpen.
Rechtvaardigheid en democratie dienen daarbij de journalistieke uitgangspunten te zijn en de grap (mogelijke paradox) is dat dit commercieel wel eens gunstig zou kunnen uitpakken.
Want er is een grote maatschappelijke honger naar democratie en rechtvaardigheid, ik kan me geen beter argument bedenken voor een nieuwe onbevangen journalistieke benadering van onze samenleving. Met in ieder geval één winnaar: de democratie
zie ook: http://www.volkskrantblog.nl/pub/blogs/entry.php?id=16162
Tja Robert, wat moet ik hier nog aan toevoegen. Het is bedroevend, en dan elders zalvende praatjes houden. Zoals dat journalisten niet alleen belangenverstrengling, maar de schijn ervan moeten voorkomen. En pleiten voor het voorkomen van een reele vorm van beroep. Nee, vrijheid van meningsuiting, dat is niet voor ons bedoeld. Dat is voor de journalisten. En dat zijn geen heren.