Van: Robert van Waning [mailto:rvwaning@seaportbeach.nl]
Verzonden: woensdag 1 mei 2002 19:12
Aan: TK D66 Giskes, Francine
CC: Radio1 NOS Journaal
Onderwerp: Stelsel van bedrijfstaksgewijze pensioenopbouw stamt uit tijd van gilden en ambachten
Geachte mevrouw Giskes,
Om vele redenen ben ik het eens met uw kritiek op de wijze waarop pensioenfondsen nog steeds worden beheerd en bestuurd. In het veelgeroemde Nederlandse pensioenstelsel gaat er meer fout dan u in uw korte gesprek met Ab Pilgram (?) van NOS Radio 1 Journaal van vandaag (1 mei 2002) kon of wilde aangeven.
Vrijwel dagelijks hoor ik van mijn vrouw (pensioenjuriste) achtergrondverhalen over de gang van zaken bij besturen van pensioenfondsen. Ik ben blij dat mijn geld daar in ieder geval niet verspild wordt. In verband met mijn warrige arbeidsverleden heb ik vrijwel geen pensioen in het vooruitzicht. Gezien alle verspilling kan ik daar niet rouwig om zijn, nu ik het zelf heb kunnen opbouwen.
Het gildegewijze pensioensysteem is immers in strijd met flexibilisering. Nu arbeid steeds flexibeler wordt, blijft het systeem van pensienopbouw daarbij achter. Flexibilisering van arbeid betekent nu nog dat dat voor al die vrijheid in keuze van baan en carriere een hoge prijs betaald moet worden met een tegenvallende pensioenuitkering. Een groot deel van de premies gaat op aan allerlei structurele en frictiekosten, bijvoorbeeld van overheveling van het ene pensioenfonds naar het andere.
Bedrijfstakgewijze pensioenopbouw is uit de tijd. De branchegebondenheid van pensioenopbouw stamt uit de tijd van de ambachten en categorale vakbonden. Dit systeem heeft geen band meer met de werkelijkheid. Mensen blijven tegenwoordig immers niet meer hun hele leven werkzaam in dezelfde bedrijfstak.
Een graficus die eerst een paar jaar bij een drukkerij werkt, vervolgens bij een uitgever en bij en bank om het huisorgaan te verzorgen, heeft al een pensioenbreuk. Een juridisch econoom die eerst beleidsmedewerker op een ministrerie is, daarna bij een milieustichting in dienst komt, vervolgens directeur is van een watersportbedrijf, daarna van een stichting die traditionele zeiljachten verhuurt en die uiteindelijk vijftien jaar zelfstandig automaqtiseringsadviseur is, heeft ook een pensioenprobleem. (Laatstgenoemde ‘carrière’ is de mijne. Geen pensioen dus, afgezien van die fl 400,- per jaar van het ABP en fl 800,- per jaar van de DETAM.)
Pensioenen moeten worden weggehaald uit de onderonserige sfeer van vakbondsbestuurders en vertegenwoordigers van de werkgevers. Dit is een circuit van professionele vergaderaars maar amateuristische vermogensbeheerders die meer geinteresseerd zijn in presentiegelden dan in de belangen van pensioengerechtigden die de bedrijfstak inmiddels hebben verlaten. Veel werk in het pensioengebouw heeft te maken met de bedrijfstakgewijze inrichting ervan. Hier liggen mogelijkheden van grotere efficiency en besparingen die de flexibiliteit en de hoogte van pensioenen ten goede kunnen komen.
De pensioenuitkering is bestemd voor degene die daarvoor heeft gewerkt en gespaard. Nu dient een belangrijk deel voor de instandhouding van instituties die inmiddels hun tijd hebben gehad.
In het artikel “Er ligt een gouden kans voor modernere sociale zekerheid” (Volkskrant, 13-01-00) werd vakbondsman Douma geciteerd. Hij zei dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de indiviualisering vragen om een grondige vernieuwing, als de vakbonden maar kunnen blijven bestaan.
Misschien moet juist het mes gezet worden in het aandeel van die verouderde vakbonden.
In Douma’s capuccino-model worden de verantwoordelijkheden evenwichtiger verdeeld tussen bonden, werkgevers en overheid. In dit rijtje komt de flexibele, individualistische werknemer en kleine zelfstandige helemaal niet voor, laat staan de pensioengerechtigden! Dit is een typisch staaltje van ouderwets vakbondsdenken.
Niet de pensioengerechtigden, maar de bestuurders van al die versnipperde pensioenfondsen-oude-stijl hebben belang bij de status quo. Zolang de relatief kleine kliek van fondsbestuurders maar hun vergadergelden kunnen opstrijken zal men uit die hoek weinig vernieuwing en echte
belangenbehartiging hoeven verwachten. . De door pensioenbreuken, -gaten, -vereveningen etc. geplaagde werkers hebben weinig baat bij dit bedrijfstakgewijze pensioensysteem waarin veel geld berstookt wordt in vakbondsgewijze vergadercircuits.
Cooptatieve fondsbesturen verspillen veel tijd en geld aan sectorgewijze reglementen en statuten die voortdurend gewijzigd moeten worden, en die geadministreerd moeten worden door fondsbeheerders die al die fondsen uit elkaar moeten zien te houden. Wat een bureaucratische verspilling!
Vriendelijke groet,
Robert van Waning.