De i-burger als onmisbare tegenhanger van de journalistiek.

Door dat malle begrip ‘burgerjournalistiek’ is het noodzakelijk een open deur nog maar eens in te trappen. Wie geen journalist is, is geen journalist. Journalistiek is een vak, een beroep en vaak zelfs een roeping waar iemand zijn beroep van heeft gemaakt. Burgers kunnen timmerman zijn, of tandarts, loodgieter, advocaat, of wat dan ook, maar niet tegelijk journalist. Ieder z’n vak. Burgers zijn burgers, en alleen journalisten zijn journalisten. ‘And never the twain should meet‘, denk ik dan, met een verbastering van Rudyard Kiplings beroemde woorden.

Journalisten zijn opgeleid om te observeren en te doorgronden wat er in de maatschappij gebeurt en om dit vervolgens aan de burgers te vertellen. Om dit werk zo goed en betrouwbaar mogelijk te kunnen doen, moeten journalisten onafhankelijk zijn van invloeden die hun weergave van de maatschappelijke werkelijkheid kunnen kleuren en vervormen. Die invloeden kunnen voortkomen uit (groeps)belangen die niet altijd parallel lopen met de belangen van de maatschappij als geheel. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, als het maar duidelijk is welke belangen welke invloeden uitoefenen op de journalistieke weergave van de maatschappelijke werkelijkheid. Misschien zou ‘journalist’ een beschermde titel moeten zijn, en zou een eed op de journalistiek een waarborg moeten zijn voor kennis, vakbekwaamheid, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid. Nu worden die dingen uitsluitend in eigen kring door vakbroeders beoordeeld, met alle mogelijkheden van sektarisme en belangenverstrengeling van dien.

Journalisten noemen zich graag de waakhonden van onze democratie. Dat is deels terecht, maar er is geen objectieve manier om te controleren wélk deel. De bijzondere positie van de journalistiek maakt het mogelijk (en verleidelijk) om onder het mom van onafhankelijkheid in feite bepaalde belangen te behartigen.

Burgerschap is geen beroep maar een aanduiding van dat deel van het menselijk bewustzijn dat gericht is op maatschappelijk verband waarin hij met andere mensen in een geografisch gebied samenleeft. Het begrip ‘burgerjournalistiek’ is dus even raar en onbestaanbaar als ‘burgertandarts” of ‘burgernotaris’. Zij die deze term gebruiken, tonen daarmee weinig respect voor wat de aanhangers van ‘civic journalism’ voor ogen stond, namelijk het versterken van het publieke domein en het bevorderen van de participatie van burgers aan het maatschappelijk debat. (Journalistieke cultuur in Nederland, UP 2002, pag. 364) Nogmaals, ieder z’n vak, maar burger zijn wij allemaal.

Als burgers moeten wij voortdurend in de gaten houden of onze maatschappelijke belangen wel op de beste en betrouwbaarste manier worden behartigd door degenen die daarmee belast zijn. Dit geldt ook voor de journalistiek. Het probleem daarbij is echter dat de journalistiek haar onafhankelijkheid verdedigt door zich te verzetten tegen alles wat zweemt naar controle en kritiek. Ook dat is deels terecht, maar ook hier is er geen objectieve manier om vast te stellen wélk deel.

Doordat de journalistiek zich onttrekt aan het stelsel van checks and balances dat een democratie transparant, evenwichtig, rechtvaardig en vitaal moet houden, is het noodzakelijk dat burgers zelf steeds kritisch blijven ten opzichte van alles wat de journalistiek hun voorschotelt. Er is immers niets of niemand anders die dat voor hen doet. Politici en bestuurders laten het wel uit hun hoofd omdat zij volledig afhankelijk zijn van de media, en journalisten doen het zelf ook niet op grond van collegiale loyaliteit en uit angst voor journalistieke represailles. Dat deze situatie onvermijdelijk leidt tot een scheefgroei in de maatschappelijke en democratische verhoudingen, is goed te merken. Wij leven inmiddels meer in een mediacratie dan in een democratie. Deze ontwikkeling is geen gevolg van onze formele democratische besluitvorming en is ook niet vastgelegd in ons systeem van wetten en rechten. Het gebeurt gewoon. Marktwerking, en zo. ‘De consument heeft het zo gewild.’ Of dat waar is, zal nog wel blijken als de nieuwe verhoudingen door interne en externe bedreigingen op hun sterkte, stabiliteit en houdbaarheid worden getest. De tijd zal het leren.

De ‘symbiose’ tussen ‘burgerjournalistiek’ en ‘echte, professionele journalistiek’ die G-J Bogaerts, chef internetredactie van de Volkskrant, op 30 juni jl in de rubriek ‘Digitale Berichten’ bepleitte onder de titel ‘Op zoek naar Symbiose’ , is je reinste quatsch. Jammer genoeg mag ik hem dat niet meer rechtstreeks vertellen, want hij heeft mij vanwege mijn kritiek levenslang verbannen van het weblog van de internetredactie. Bogaerts bewijst met deze handelswijze twee dingen: Dat hij zelf het tegendeel is van een ‘civic journalist’, en dat die ‘symbiose’ van hem een eufemisme is voor het institutionaliseren van machtsoverwicht en -misbruik. Tenslotte mag hij als journalist zijn verkeerde opvattingen in driehonderdduizendvoud uitventen, en wordt kritiek daarop van burgerzijde effectief de mond gesnoerd.

Er zit niets anders op dan dat burgers laten zien wie er de sterkste is in een democratie die om burgerschap draait. Als het er op aankomt, bepalen de burgers immers zelf door wie zij op welke wijze hun maatschappelijke belangen willen laten behartigen. Bij politici en bestuurders met een democratisch mandaat ligt de wijze waarop zij aan hun functie komen, hun werk doen en zich daarvoor moeten verantwoorden, redelijk vast. Dit geldt echter niet voor de journalistiek. Daar gaapt dan ook een groot democratisch deficit, dat alleen door de burgers zelf kan worden ingevuld. Het internet zal hierbij een steeds belangrijker rol gaan spelen. De i-burger moet zich ontwikkelen tot een formidabele tegenhanger van de journalistiek als het gaat om het verkrijgen van een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de maatschappelijke werkelijkheid.

Lees ook:

‘Wat Blokker mag, mag een blogger ook: Kritiek leveren’

Volkskrant onderdrukt kritiek, oppositie en dissidentie.

15 gedachten over “De i-burger als onmisbare tegenhanger van de journalistiek.

  1. @Robert,
    Wat je hier allemaal zegt ben ik op het eerste gezicht volledig mee eens. Met name wat je zegt over checks and balances. Daarom is het wezenlijk belang dat alles dat ook maar enigszins ruikt naar een mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de inhoud van de krant met ruime gebaren meot worden omarmd. Daarom ben ik heel blij met de intitiatieven van GJ Bogaerts, ook al is het natuurlijk, ook weer op het eerste gezicht, niet de vorm van chechs and balances die je idealiter zou willen. Maar neem maar van mij aan dat zelfs dit al op grote interne problemen stuit, zie het stuk van Martin Sommer en voorgaande discussies met figuren als Blanken (o.i.d.).
    Laten we dus afwachten, en blij zijn met alles wat we krijgen van GJ Bogaerts c.s. Daarna is het ook weer afwachten wat de bloggers ermee doen, want ook daar valt het een en ander over op te merken. Het spijt me voor Albert, maar als alle kritiek moet samengaan met grafische omschrijvingen van de intelligentie van de betrokkene, vind ook ik dat niet geschikt voor een serieus discussieblog.

  2. Ruud, je schreef: "Laten we dus afwachten, en blij zijn met alles wat we krijgen van GJ Bogaerts c.s."
    Voorlopig heb ik van Bogaerts c.s. een levenslange verbanning van de discussieruimte op het weblog van de internetredactie gekregen, en daar ben ik helemaal niet blij mee. Ik merk op dat jij je kennelijk hebt geschikt in je positie van lijdzaamheid en acceptatie van de bestaande machtsverhoudingen waarin de Blankens en de Bogaerts de dienst bepalen. Ik geef de strijd tegen journalistieke vormen van willekeur en machtsmisbruik niet zo gemakkelijk op. Als de belangen van journalistiek inderdaad dreigen te gaan prevaleren boven die van burgerschap, dan is er voor de i-burger nog veel onbezoldigd werk aan de winkel.
    Albert heb ik ettelijke malen gevraagd om alsjeblieft niet zo tegen mensen te schelden en om vooral niet iedereen te bannen, maar hij is net zo eigenwijs als jij en ik samen. Hé Albert, luister je?

  3. Hoi Robert,
    Nee, ik geef de strijd niet op, alleen heb ik de methodiek aangepast aan de ter beschikking staande wegen. We weten dat de RvdJ niets wil en kan doen, de ombudsman misschien (deels) wel wil maar niets kan door de bindingen des broods, en de internetredactie/GJ Bogaerts dus in belangrijke eigen baas is, voor wat de relatie met ons betreft. En met je baas kan je wel ruzie maken, maar dat haalt zelden iets uit. Verschil van mening is wel ongeveer het maximaal haalbare, een uiterst zeldzaam geval uitgezonderd.
    Aan die werkelijkheid heb ik me wel aangepast, maar het niet doen haalt geloof ik ook weinig uit, afgaande op jouw verhalen.
    Overigens ben je wel hard tegen Albert hoor. Ik ben al zo eigenwijs, jij kan er ook wat van, en dat dan nog bij elkaar optellen …

  4. @Robert en Ruud,
    ik ben echt blij met jullie, want anders dan jullie denken kan ik heel goed tegen kritiek. Die kritiek moet echter wel enig niveau hebben. Dat is bij jullie het geval en ik heb ook weer genoten van jouw bijdrage, Robert. Vooral die burgertandarts vond ik een vondst.
    Ik heb eerlijk gezegd nogal last van bloggers die de journalistiek op een voetstuk plaatsen. Zij zijn het bij voorbaat eens met de journalisten. Zo zien die journalisten dat graag: dat er tegen hen opgekeken wordt.
    Mijn weblog heet mediakritiek en daarin probeer ik stukjes te schrijven die de media onder de loep nemen. Dat wordt me niet in dank afgenomen, niet door de journalisten en niet door hun trouwe fans op dit weblog. Wie kritiek heeft op de gevestigde media kan rekenen op een vijandige bejegening.
    Ik moet ondertussen op eieren lopen, omdat GJB mij anders een derde schorsing oplegt. Als ik een klacht heb tegen een blogger omdat deze mij beledigd heeft, dan wordt die klacht niet ontvankelijk verklaard.
    De situatie is nu zo dat als ik een nieuwe bijdrage plaats dat ik dan op de huid wordt gezeten door bloggers die fans zijn van de officiële journalisten. Ik heb kritiek op de media en dus word ik door die bloggers vijandig bejegend. Zij mogen naar hartelust off-topic reageren, beledigen, op de man spelen. GJB doet er niets aan en ik sta alleen.
    Ik ben ook maar een mens en ik kaats de bal wel eens terug. Dat zijn de poppen aan het dansen. Dan word ik met mijn eigen reglement om de oren geslagen. Ik word uit de tent gelokt en vervolgens heb ik het gedaan.
    Ik heb nu een eigen remedie ontwikkeld. Ik ban iedereen die tegen mijn reglement zondigt. Dat is mijn goed recht. Liever weinig reacties dan parels voor de zwijnen werpen.
    Zelfs hier noem ik geen namen, op mijn weblog zeker niet. Als ik namen noem van bloggers die ik heb geband, word ik opnieuw geschorst. GJB weet mij te vinden, hij is niet vrij van machtswellust. Hij is bijzonder rancuneus tegen critici, temeer daar ‘het andere kamp’ hem nog steeds in de watten legt.
    Zo is de stand van zaken. Ik scheld niet meer terug, maar ban. Je kunt hoog of laag springen, maar dat is mijn strijdwijze. Ik wil namelijk niet afgleid worden door bloggers van laag allooi. Het gaat mij erom bijdragen te schrijven die kritiek leveren op de ondemocratische media.
    De journalisten zijn trouwens niet alleen commercieel bezig, maar ook conventioneel. Het feilloos kunnen aanvoelen van de conventies binnen een krant, dat is bij uitstek de vaardigheid van de professionale journalist. Dan ben ik liever burgerjournalist.

  5. Albert schreef: "Wie kritiek heeft op de gevestigde media kan rekenen op een vijandige bejegening." Helemaal waar. Mijn adagium is: "Wie kritiek heeft op de media, krijgt nooit het laatste woord." Journalisten kunnen nooit kritiek over hun kant laten gaan zonder daar zelf nog een op- of aanmerking aan toe te voegen. De media bepalen wat de mensen te horen, zien of lezen krijgen. Kritiek wordt altijd op zijn minst gezeefd, gefilterd, verdund, aangelengd of verdraaid, maar meestal gewoon niet uitgezonden of afgedrukt. Zo krijgen mensen een vertekend beeld van de maatschappelijke werkelijkheid.
    Albert, je schrijft dat je liever burgerjournalist bent. Waarom noem je jezelf niet gewoon burger, schrijvende burger, internetburger of i-burger? Burgerschap is niet iets waarvoor je je hoeft te schamen. De term burgerjournalist is een oxymoron zoals Degema(?) onlangs opmerkte.

  6. @Robert
    ik schreef: dan noem ik mij nog liever burgerjournalist. Ik bedoelde liever dat dan conventionele journalist. Ik zal mij nooit burgerjournalist noemen. Ik voel mij schrijvende burger, journalist, publicist. Ik hoor als journalist nergens bij, behalve dan bij enkele bloggers op dit weblog.
    Er wordt nog wel eens verondersteld dat ik jaloers ben omdat ik niet bij de Volkskrant werk. Ik word al onpasselijk van het idee.
    Stel je voor dat je collega’s zou hebben als de voltallige sportredactie, dat je de ombudsman en de moderator in de kantine tegen kunt komen. Of dat je bewonderend moet zijn over types als Van Dam, Zeeman en Kalshoven, toch de paradepaardjes van wat mijn werkgever zou zijn.
    Ik houd wel van de term burgerjournalist. Het zijn de professionele journalisten die deze term gebruiken. Daarmee geven ze aan dat ze zelf geen burger zijn en dat zijn ze ook niet.
    Een professionele journalist woont op een andere planeet, genaamd Vinex, is getrouwd met een Russische, heeft een Letse werkster, en Marokkaanse krantenbezorger, en geen contact met burgers.
    Ik vind burgerjournalist eerder een pleonasme. Wat zou een journalist namelijk eerder moeten zijn dan burger? Dat zou zo vanzelfsprekend moeten zijn als groen gras.
    Journalisten zijn echter geïsoleerd van de werkelijkheid, hebben meer contact met politici dan met burgers. Ze hebben ook altijd gelijk en ze spreken met dédain over de lezers, vooral als deze ook een mening hebben. Onze bijdragen zijn van schoolkrantniveau, Robert. Wij schrijven bagger. Liever dat dan journalist die bagger schijt.

  7. Nee, Albert, het is prima. Ik probeerde alleen om niet weer het laatste woord te hebben.
    Je schreef: "Ik vind burgerjournalist eerder een pleonasme. Wat zou een journalist namelijk eerder moeten zijn dan burger? Dat zou zo vanzelfsprekend moeten zijn als groen gras." Tsja, dat geldt toch voor (bijna) iedereen? Vandaar dat ik het voorbeeld van die ‘burgertandarts’ gebruikte: iedere tandarts is ook burger, maar niet iedere burgers is tandarts. Hetzelfde geldt voor journalisten. Zij danken hun geïsoleerde positie in de eerste plaats aan de eisen die hun beroep stelt aan hun onafhankelijkeid en afstandelijkheid. Dat heeft echter als ongewenste bijwerking dat zij zich geen gewone burgers voelen en zodoende ook niet zijn. Dat is te merken. Ondertussen valt het met die onafhankelijkheid erg mee (tegen), maar daar is te weinig controle op. De journalistiek neigt daardoor vaak naar sektarisme en zelfs cliëntelisme: eigen groep en belangen eerst.

  8. We zijn het helemaal eens, Robert. Het probleem is echter: hoe verander je de situatie? Via het weblog is een onmogelijkheid gebleken. Het nieuwe medium dat in principe vrij en onafhankelijk zou kunnen functioneren, is vanaf het begin al geconfisqueerd door de officiële journalistiek.
    De journalisten op dit weblog krijgen een ster en zijn het ook.
    De fans van de journalisten worden ongemoeid gelaten. Ze mogen schrijven wat ze willen want het is toch nooit kritisch over journalisten. Dat ze krtiische bloggers beledigen vindt de weblogredactie juist prachtig.
    De bloggers die wel kritiek hebben op de media worden gedwarsboomd, gehinderd, geschorst. Dit weblog is corrupt en kan als zodanig nooit een zuiverende werking hebben op de journalistiek.

  9. Gewoon volhouden, Albert, zolang je ervan overtuigd bent dat je het goede wilt bereiken en het kwade wilt bestrijden. Blijf op koers en verlies niet te snel je geduld.

  10. @ Robert van Waning
    Toch nog een paar kanttekeningen. In http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62279 geef ik die uitgebreider aan. Het komt er grotendeels op neer dat burgers weliswaar onafhankelijker zijn, maar ook beperkter in hun informatievergaring. Dat is een lastig parket, wie de informatie voorziet heeft de macht. Voor burgers blijft niets anders over dan drogredeneringen en volksverlakkerij aan te tonen.

  11. Heel juist, Denkwater: "Voor burgers blijft niets anders over dan drogredeneringen en volksverlakkerij aan te tonen."
    Zojuist schreef ik de volgende brief naar de internetredactie, met bcc’s naar diverse andere publicisten van deze krant:
    Geachte Redactie,
    Na een aantal instemmende reacties van bloggerszijde, wil ik u graag voorstellen om voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid van weblogs en reacties op artikelen, columns en commentaren het ‘Verdonk-criterium te hanteren:"Een weblog of reactie op een artikel, column, commentaar of programma is aanvaardbaar (en mag dus niet worden verwijderd of bestraft) als die niet nóg kritischer, grover, onaangenamer of onredelijker is dan wat columnisten, commentatoren, redacteuren en analisten van de Volkskrant hebben geschreven over minister Rita Verdonk."
    Vergelijking van de inhoud, toon en strekking van weblogs en reacties met wat de Volkskrant allemaal over Verdonk heeft geschreven, maakt hopelijk een einde aan het meten met (minstens) twee maten bij de beoordeling of een tekst qua inhoud, toon en strekking naar gangbare en geaccepteerde normen als aanvaardbaar kan worden beschouwd en dus niet mag worden verwijderd of bestraft met verbanning van de auteur.
    Toepassing van dit criterium kan ertoe leiden dat schrijvers van columns, analyses en commentaren wat voorzichtiger zullen gaan worden in hun uitingen en beschuldigingen. Zij krijgen namelijk steeds vaker van bloggers en lezers een koekje van eigen deeg retour. Als dit gevolg uitblijft, kan het ‘Verdonk-criterium’ er toe leiden dat weblogs en reacties nog kritischer, grover, onaangenamer en onredelijker zullen worden dan zij nu al vaak zijn. In veel gevallen kan hiertegen dan echter niet meer worden opgetreden met verwijdering van een weblog of reactie, want hoe kan een blogger of lezer nu regels van wet, fatsoen of Gebruiksvoorwaarden of Spelregels schenden als de daarin vastgelegde waarden en normen niet gelden voor wat de krant zelf op veel grote schaal publiceert?!
    Veel gevallen van verwijdering en zelfs verbanning van het Volkskrant Weblog zijn onterecht als men ziet wat columnisten allemaal mogen schrijven. Burgers hebben immers niet minder recht op vrije meningsuiting, alleen beduidend minder mogelijkheden daartoe, zeker als die ook nog eens door volstrekt willekeurige censuur kunnen worden getroffen.
    Vriendelijke groet,
    Robert van Waning
    Amstelveen
    Aanbevolen lectuur:
    – De i-burger als noodzakelijke tegenhanger van de journalistiek (Robert van Waning, http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62085)
    – Burgerjournalistiek (VK Weblogger AM, http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62377)
    – Hoe een oceaan een slootje wordt (Evelien Tonkens, http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62118)
    – OK, wat gaat er veranderen? (G-J Bogaerts, http://www.volkskrantblog.nl/bericht/61453)

  12. Denkwater, in je eigen weblog over ‘klootjesjournalisten’ (het wordt steeds erger!) schreef je dat opiniemakers ‘op niveau debatteren’, boven discussies verheven zijn, opvattingen geven in de vorm van een reeks stellingen met een globale onderbouwing. Als dat steeds het geval was, dan viel er voor bloggers inderdaad weinig te zeuren en te kritiseren.
    Bij gebrek aan voldoende weerwerk en tegenspraak schrijven veel publicisten en opniemakers echter op de automatische piloot. Dankzij het internet, weblogs en reactieruimten kunnen burgers hen nu veel meer dan vroeger wijzen op hun drogredeneringen, gratuite beweringen en beschuldigingen en op verwerpelijke vormen van belangenbehartiging. Hopelijk komt de zaak zo wat meer in evenwicht. Het kan er echter ook toe leiden dat mensen met mooie posities in de maatschappij huiverig worden voor die leeuwenkuil..
    In dit verband verwijs ik naar de laatste column van Evelien Tonkens, bijzonder hoogleraar actief burgerschap: http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62118. Zij schreef daarin dat Geert wilders en Rita Verdonk bepaalde landgenoten als ‘mindere mensen’ beschouwden. Zij vond het niet nodig om dit harde verwijt van discriminatie met een verwijzing naar een citaat te onderbouwen. Dat is (zacht gezegd) onbehoorlijk, en gelukkig wijzen een paar bloggers haar daarop.
    Heb je het laatste weblog van AM gelezen, over http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62377?

  13. Voor de volledigheid:
    Uit mijn weblog http://www.volkskrantblog.nl/bericht/62279.
    “Opiniemakers debatteren op niveau, niet zomaar met onbekenden die konkelen van het schrijven en reageren op een web-log. Op de een of andere manier zijn echte opiniemakers boven discussies verheven. Als ze opvattingen prijsgeven, dan is het in de vorm van een reeks stellingen met een globale onderbouwing. Als die stellingen aangevochten worden door de klootjesjournalisten, wordt er in alle talen gezwegen. Maar als iemand anders van naam een stelling tegenwerpt, dan wordt gereageerd alsof het een halszaak betreft. En dat is ook een heikele kwestie, want niet de persoon maar de opiniemaker en de opinie, zijn product, worden ondermijnd.
    Wanneer gaat een mening over in kennis of zelfs inzicht. De transformatie van persoonlijk gedachtegoed naar inzicht en waardevol oordeel lijkt meer te maken te hebben met bekendheid dan kennis van zaken [hoewel bekendheid veelal een gevolg is van kennis van zaken].”
    Klootjesjournalisten zijn het gepeupel, waarmee niet in debat hoeft worden gegaan. Zo kijken journalisten blijkbaar neer op ons. Ze doen edelmoedig door ons een medium (computergame) te geven waarmee wij uit de voeten kunnen. Nu wij zo klagen, hoor ik ze al denken: “Het is ook nooit goed of het deugt niet.”
    Echte opiniemakers zijn meer dan journalisten of mensen die zich opiniemaker noemen. Ergens zijn ze echt verheven. Maar de allerbeste opiniemakers durven hun opinie in de waagschaal te zetten en ook in debat te gaan met de klootjesjournalisten.
    Maar laten we eerlijk zijn: niet alle klootjesjournalisten hebben het in zich om het de opiniemakers moeilijk te maken, hetzij omdat ze de kritische blik ontberen, hetzij omdat ze de juiste middelen niet hebben om aan informatie te komen.

  14. Denkwater, ga dan toch maar eens naar de (hierboven genoemde) column van Evelien Tonkens en vertel mij daar of zij volgens jouw definitie tot de goede opiniemakers behoort.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s